Systeeminstellingen
1
Druk op de toets Home om naar het be-
ginscherm te gaan.
2
Raak de systeemtoets aan om het sys-
teemmenu te openen.
3
Raak Polariteit Camera aan in het sys-
teemmenu om de juiste instelling te selec-
teren.
! Batterij – Als de polariteit van de aangeslo-
ten kabel positief is als de versnellingspook
in de stand ACHTERUIT (R) staat
! Aarding – Als de polariteit van de aangeslo-
ten kabel negatief is als de versnellingspook
in de stand ACHTERUIT (R) staat
! Uit – Als er geen achteruitrijcamera op dit
toestel is aangesloten
! De instelling voor de toets van de achteruit-
rijcamera wordt op het beginscherm ook
uitgeschakeld.
Automatische EQ-meting
(automatische instelling
van de equalizer)
Tijdens een automatische instelling van de
equalizer meet het toestel de akoestische ei-
genschappen van het voertuiginterieur en
maakt het op basis daarvan een curve voor de
auto-equalizer.
! Voor het uitvoeren van deze functie hebt u
een speciale microfoon (bijvoorbeeld CD-
MC20) nodig.
WAARSCHUWING
Voer nooit een automatische TA- of EQ-meting uit
tijdens het rijden, dit om ongevallen te voorko-
men. Tijdens de automatische meting kunnen de
luidsprekers een luide meettoon (een hard geluid)
produceren.
LET OP
! De luidsprekers kunnen beschadigd raken als
u een automatische EQ-meting uitvoert onder
de onderstaande omstandigheden. Controleer
dit zorgvuldig voordat u de meting uitvoert.
— Als de luidsprekers verkeerd zijn aangeslo-
ten. (Bijvoorbeeld als een luidspreker ach-
terin als subwoofer-uitgang is
aangesloten.)
— Als een luidspreker is aangesloten op een
versterker met een hoger uitgangssignaal
dan het maximaal toegestane ingangsni-
veau van de luidspreker.
! Als de microfoon in een ongeschikte positie
wordt geplaatst, kan de meettoon erg luid wor-
den en kan het meten lang duren, waardoor
de accu leeg kan raken. Zorg dat de microfoon
op de aangewezen locatie is geplaatst.
Voordat u een automatische
EQ-meting uitvoert
! Voer een automatische EQ-meting op een
zo rustig mogelijke plaats uit. Schakel de
motor en de airconditioning uit. Onder-
breek ook de voeding naar autotelefoons
en mobiele telefoons in het voertuig of ver-
wijder deze voordat u een automatische
EQ-meting uitvoert. Andere geluiden dan
de meettoon (zoals omgevingslawaai, mo-
torgeluid, rinkelende telefoons, enz.) kun-
nen de meting van de voertuigakoestiek
verstoren.
! Voer een automatische EQ-meting altijd uit
met de optionele microfoon. Gebruik van
een andere microfoon kan meting onmoge-
lijk maken of een verkeerd resultaat geven.
! Als de luidsprekers voorin niet zijn aange-
sloten, kan geen automatische EQ-meting
worden uitgevoerd.
! Als dit toestel is aangesloten op een ver-
sterker met niveauregeling voor de in-
gangssignalen, is een automatische EQ-
meting wellicht niet mogelijk als het in-
gangsniveau van de versterker te laag is in-
gesteld.
Hoofdstuk
17
71
Nl