Hoofdstuk
17
Systeeminstellingen
De Bluetooth-
systeemversie weergeven
Als dit toestel niet correct werkt, zult u mis-
schien contact moeten opnemen met uw leve-
rancier voor reparatie. In dat geval kan u
gevraagd worden wat de systeemversie van
uw toestel is. Voer de volgende procedure uit
om de versie van uw toestel op te vragen.
1
Zet de signaalbron uit.
Raadpleeg Een signaalbron aan- en uitschake-
len op bladzijde 11.
2
Druk op de toets Home om naar het be-
ginscherm te gaan.
3
Raak de systeemtoets aan om het sys-
teemmenu te openen.
4
Raak Bluetooth Versie Informatie aan
om de versie van de Bluetooth-module van
dit toestel weer te geven.
De veiligheidsmodus
gebruiken
Deze instelling beperkt het gebruik van een
Bluetooth-apparaat tijdens het rijden.
Als deze modus is ingeschakeld, zijn de vol-
gende handelingen niet mogelijk.
! Gebruik van het toetsenbord in AppRadio
Mode
! Opbellen door een telefoonnummer in te
voeren
! Alle handelingen in het Bluetooth-verbin-
dingsmenu
LET OP
Voor uw veiligheid moet de veiligheidsmodus tij-
dens het rijden altijd op Aan staan.
1
Druk op de toets Home om naar het be-
ginscherm te gaan.
2
Raak de systeemtoets aan om het sys-
teemmenu te openen.
70
Nl
3
Raak Veilige Modus op het systeemme-
nu aan om de Bluetooth-veiligheidsmodus
in of uit te schakelen.
Instellingen voor de
achteruitrijcamera
LET OP
Pioneer raadt aan een camera te gebruiken
die het beeld in spiegelbeeld weergeeft,
omdat anders het beeld op het scherm omge-
keerd wordt weergegeven.
Dit toestel is voorzien van een functie die er-
voor zorgt dat automatisch wordt overgescha-
keld naar het beeld van de achteruitrijcamera
(R.C IN) als die aanwezig is op het voertuig en
de versnellingspook in de stand ACHTERUIT
(R) wordt gezet. (Neem voor meer informatie
contact op met uw leverancier.)
U kunt ook naar het beeld van de achteruitrij-
camera overschakelen door op de aanraak-
toets te drukken.
Raadpleeg voor meer informatie Achteruit-
weergave op bladzijde 13.
! Nadat de achteruitrijcamera is ingesteld,
dient u de werking te controleren door de
versnelling in ACHTERUIT (R) te zetten;
het beeld van de achteruitrijcamera moet
op het display verschijnen.
! Als het beeld van de achteruitrijcamera op
het display verschijnt terwijl u gewoon voor-
uit rijdt, moet u de instellingen van de ach-
teruitrijcamera wijzigen.
! Houd MUTE ingedrukt als u het beeld van
de achteruitrijcamera niet langer wilt weer-
geven en wilt terugkeren naar het display
van de signaalbron.
! Raak het pictogram RearView aan als u
het beeld van de achteruitrijcamera wilt
weergeven terwijl u rijdt. Raak het bronpic-
togram nogmaals aan om de achteruitrijca-
mera uit te schakelen. Raadpleeg Een
signaalbron selecteren op bladzijde 11 voor
meer informatie.