Hoofdstuk
17
Systeeminstellingen
5
Raak Start aan om de gegevensover-
drachtsmodus weer te geven.
# Volg de aanwijzingen op het scherm om het
bijwerken van de firmware te voltooien.
# Wanneer het bijwerken van de firmware is ge-
slaagd, wordt het toestel automatisch gereset.
Opmerkingen
! Wanneer de firmware wordt bijgewerkt, wordt
de bron uitgeschakeld en de Bluetooth-verbin-
ding verbroken.
! Als op het scherm "Update mislukt !" wordt
weergegeven, raak dan Verdergaan aan om
verder te gaan en de herstelprocedure te
starten.
De firmwareversie weergeven
Als dit toestel niet correct werkt, zult u mis-
schien contact moeten opnemen met uw leve-
rancier voor reparatie. In dat geval kan
gevraagd worden wat de firmwareversie van
uw toestel is. Voer de volgende procedure uit
om de versie van uw toestel op te vragen.
1
Druk op de toets Home om naar het be-
ginscherm te gaan.
2
Raak de systeemtoets aan om het sys-
teemmenu te openen.
3
Raak Firmware Informatie aan om de
firmwareversie van het toestel weer te ge-
ven.
De MIXTRAX-stand instellen
Raadpleeg De MIXTRAX-stand instellen op blad-
zijde 46.
De beeldinstellingen
aanpassen
Voor elke bron en de achteruitrijcamera kunt u
de volgende instellingen aanpassen:
66
Nl
Helderheid (helderheid), Contrast (contrast),
Kleur (kleur), Tint (tint), Dimmer (dimmer) en
Temperatuur (temperatuur).
! Tint kan niet aangepast worden voor de au-
diosignaalbron.
! Kleur en Tint kunnen niet aangepast wor-
den voor NAVI en Apps.
1
Druk op de toets Home om naar het be-
ginscherm te gaan.
2
Raak de systeemtoets aan om het sys-
teemmenu te openen.
3
Als u Beeldaanpassing aanpast, selec-
teert u het toestel.
Beeldaanpassing voltooien voor
het navigatiesysteem wanneer de
NAVI
RGB-ingang is ingesteld op NAVI
(QVGA) of Navi(VGA).
Beeldaanpassing voltooien voor
Apps
AppRadio Mode wanneer de
RGB-ingang is ingesteld op
iPhone.
Beeldaanpassing aanpassen voor
de achteruitrijcamera.
Beeldaanpassing aanpassen voor
Source
de bron.
4
Gebruik de volgende aanraaktoetsen
op het paneel om de gewenste functie te
bedienen.
De onderdelen in Beeldaanpassing worden
weergegeven.
! Helderheid – Helderheid
! Contrast – Contrast
! Kleur – Kleurverzadiging
! Tint – Tint (rood of groen wordt benadrukt)
! Dimmer – Helderheid van het display
! Temperatuur – Kleurtemperatuur. Hiermee
kunt u de witbalans verbeteren.
# U kunt Tint alleen aanpassen als het kleursys-
teem is ingesteld op NTSC.
# Bij sommige achteruitrijcamera's kan het
beeld niet worden aangepast.