4.4. Bakken en snelheden kiezen/wijzigen
1. Selecteer Bak op de werkbalk aan de rechterkant van het scherm om
het paneel voor de gebruikte bak te openen.
2. Selecteer de titelbalk van het paneel Bak om het uit te vouwen en
productinformatie weer te geven.
1
Geeft twee parameters met betrekking tot de specifieke bak weer. Bij
selectie wordt een venster Gegevens aanpassen geopend met een lijst
van beschikbare parameters om weer te geven.
2
Gevraagde applicatiesnelheid. Wordt gebruikt om de
applicatiesnelheid in te voeren en weer te geven. Het
controlesysteem gebruikt de uitwerpfactor om de gedoseerde
Hoofdstuk 4 – Bediening
33