3.8. Alarmen instellen
3.8. Alarmen instellen
Alarmen kunnen worden geactiveerd voor alle alarmen of voor
afzonderlijke alarmen. Gebruik de optie Alle sproeieralarmen om
alle strooieralarmen tegelijk te activeren of deactiveren.
1. Selecteer Systeem/Alarmen/Strooier.
2. Als u alle alarmen wilt inschakelen, selecteert u Alle
sproeieralarmen/Status alarm en Ingeschakeld.
Hiermee worden alle vermelde strooieralarmen geactiveerd.
Hieronder worden alarmen getoond waarvoor meer informatie
moet worden ingesteld:
Onjuiste snelheid: dit alarm klinkt en wordt weergegeven als de
l
afwijking tussen de gedetecteerde werkelijke snelheid en de
vooraf ingestelde snelheid hoger is dan de
drempelpercentagehoeveelheid. Voer onder
SNELHEIDSDREMPEL INCORRECT het percentage in (lager
is gevoeliger).
Toerental strooischijf wijkt af: dit alarm klinkt en wordt
l
weergegeven als de afwijking tussen de gedetecteerde toerentallen
van de strooischijven hoger is dan een ingestelde hoeveelheid.
Toerental strooischijf te hoog: dit alarm klinkt en wordt
l
weergegeven als het gedetecteerde werkelijke strooischijftoerental
24