58
Telefoon
beller registreert de lengte van het be‐
richt. Een hoorbare toon attendeert
de bestuurder erop dat er een ge‐
sprek in de wacht staat.
Om automatisch gesprek in de wacht
in of uit te schakelen, opent u het In
wacht-menu-item en vinkt
u Automatisch (standaardinstelling)
of Handmatig aan.
Wanneer automatisch gesprek in de
wacht uitgeschakeld is, kan een ge‐
sprek worden geweigerd door
Weigeren te selecteren of door toets
8 ingedrukt te houden. Om de beller
in de wacht te plaatsen, selecteert
u Pauze; de beller wordt via een au‐
tomatisch bericht geïnformeerd dat hij
in de wacht staat. De functie automa‐
tisch gesprek in de wacht kan tijdelijk
worden uitgeschakeld door
Opnemen te selecteren of de toets
7 in te drukken om het gesprek aan
te nemen.
Functies tijdens een
telefoongesprek
Naast de volumeregeling zijn er in de
gespreksbeheerzone nog andere
functies beschikbaar tijdens een ge‐
sprek.
Om de beller in de wacht te plaatsen,
selecteert u Pauze; de beller wordt
via een automatisch bericht geïnfor‐
meerd dat hij in de wacht staat. Se‐
lecteer Opnemen om het gesprek
weer te hervatten.
Schakel het gesprek van het hands‐
free-systeem over naar de mobiele
telefoon door Handset te selecteren.
Sommige mobiele telefoons kunnen
ontkoppeld raken van het handsfree-
systeem tijdens het overschakelen
naar deze stand.
Een nummer kan ook op het toetsen‐
bord worden ingevoerd, bijv. om een
gespreksserver, zoals de voicemail‐
box te bedienen. Selecteer het
Toetsen-menu in de gespreksbe‐
heerzone om het toetsenbord te ope‐
nen.
Om het gesprek te beëindigen, selec‐
teert u Ophangen of drukt op op de
toets 8.
Telefooninstellingen
Druk op toets 0 en selecteer het Te‐
lefooninstellingen-menu. Wanneer
aanpassingen aan de telefooninstel‐
ling zijn uitgevoerd, sluit het systeem
het menu automatisch af. Als alterna‐
tief drukt u op de toets 0 om het menu
te verlaten.
De autobeltoon of de telefoonbeltoon
kan worden gewijzigd voor binnenko‐
mende gesprekken. Open het
Ringtone-menu en selecteer vervol‐
gens Auto of Telefoon. Let op, som‐
mige telefoon hebben functie om bel‐
tonen over te zetten.
Om de standaardwaarden van de te‐
lefooninstellingen te herstellen, se‐
lecteert u Fabrieksinstellingen door
de draaiknop te draaien en in te druk‐
ken. Er wordt een bericht in het dis‐
playscherm getoond waarin om be‐
vestiging wordt gevraagd, selecteer
Bevestigen.