Telefoon
Druk op de 6 TEL- of 0-toets om het
telefoonmenu op te roepen.
Bedien de opties voor het invoeren of
selecteren van nummers.
Gedetailleerde beschrijving van de
functies van het mobieletelefoonpor‐
taal 3 49.
Geluidsinstellingen
R10 / CD10
In het instellingenmenu kan de toon‐
karakteristiek worden ingesteld.
Druk op de AUD-toets om het geluids‐
menu te openen.
Druk herhaalde malen op AUD tot de
gewenste instelling is geselecteerd
in;
■ BASS (lage tonen)
■ TREBLE (hoge tonen)
■ BALANCE (balans links/rechts)
■ FADER (balans voor/achter)
■ LOUDNESS (geluidsversterking
laag volume AAN/UIT)
■ Menu verlaten
Het display toont het type instelling
aan, gevolgd door de instellings‐
waarde.
Om het instellingenmenu af te sluiten,
drukt u op AUD of MENU.
Als er enkele seconden geen activiteit
is, zal het systeem het menu automa‐
tisch afsluiten.
Lage en hoge tonen instellen
Selecteer Bass of Treble.
Stel de gewenste waarde in door
_ of 6 te drukken.
Waarden reiken van -7 tot +7.
Volumeverdeling voor - achter
instellen
Selecteer Fader.
Stel de gewenste waarde in door
_ of 6 te drukken.
Waarden reiken van R9 tot F9.
Inleiding
Volumeverdeling rechts - links
instellen
Selecteer Balans.
Stel de gewenste waarde in door
_ of 6 te drukken.
Waarden reiken van L9 tot R9.
Loudness instellen
Selecteer Loudness.
Selecteer AAN/UIT door op _ of 6 te
drukken.
CD20
In het instellingenmenu kan de toon‐
karakteristiek worden ingesteld.
Druk op t om het geluidsmenu te
openen.
Druk herhaalde malen op 1 of 4 tot de
gewenste instelling is geselecteerd
in;
■ BASS (lage tonen)
■ TREBLE (hoge tonen)
■ BALANCE (balans links/rechts)
■ FADER (balans voor/achter)
■ LOUDNESS (geluidsversterking
laag volume AAN/UIT)
13