9 Waarschuwing
Het gebruik van het navigatiesys‐
teem (alleen CD30 / CD30 BT) vrij‐
waart de bestuurder niet van zijn
verantwoordelijkheid correct en
oplettend aan het verkeer deel te
nemen. De overeenkomstige ver‐
keersregels moeten zonder uit‐
zondering in acht worden geno‐
men.
Voer alleen iets in (bijv. een adres)
terwijl de auto stilstaat.
Wanneer de routebegeleiding te‐
gen de verkeersregels ingaat,
moet u altijd de verkeersregels
volgen.
9 Waarschuwing
In sommige gebieden zijn eenrich‐
tingsstraten en andere wegen en
inritten (bijv. voetgangerszones)
waar u niet mag inrijden niet op de
kaart aangegeven. In dergelijke
gebieden geeft het infotainment-
systeem een waarschuwing die
geaccepteerd moet worden. Hier
moet u in het bijzonder letten op
eenrichtingsstraten, wegen en in‐
ritten waar u niet mag inrijden.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kunnen
gesis, geruis, signaalvervorming of
signaaluitval optreden door:
■ wijzigingen in de afstand tot de zen‐
der,
■ ontvangst van meerdere signalen
tegelijk door reflecties,
■ obstakels.
Inleiding
Antidiefstalfunctie
Het infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐
teem dat het systeem tegen diefstal
beveiligt.
De beveiliging houdt in dat het info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
De beveiligingscode moet worden in‐
gevoerd wanneer er een onderbre‐
king van de voeding heeft plaatsge‐
vonden.
Beveiligingscode invoeren
Schakel de module in. Het bericht
Radiocode wordt weergegeven, ge‐
volgd door 0000. Druk herhaalde ma‐
len op toets 1 op het toetsenbord tot
het gewenste nummer wordt weerge‐
geven. Voer op dezelfde manier de
gewenste nummers in met behulp
van de toetsen 2, 3 en 4 op het toets‐
enblok.
Zodra het vierde cijfer is geselec‐
teerd, houdt u toets 6 op het toetsen‐
blok ingedrukt tot er een akoestisch
signaal klinkt.
3