2
Inleiding
Inleiding
Algemene aanwijzingen ................. 2
Antidiefstalfunctie ........................... 3
Overzicht
bedieningselementen .................... 6
Gebruik ........................................ 12
Geluidsinstellingen ...................... 13
Volume-instellingen ..................... 15
Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
Voor de frequentiebereiken FM, MW
en LW is de radio uitgerust met ka‐
naalvoorkeuren die kunnen worden
toegewezen.
De geïntegreerde audiospeler zal
u onderhouden met audio-cd's en
mp3/wma-cd's (niet R10).
U kunt ook externe geheugens, zoals
een iPod, mp3-speler of USB-stick
(alleen CD30 / CD30 BT) of een
draagbare speler als externe audio‐
bron op het infotainmentsysteem
aansluiten.
Externe geluidsbronnen kunnen ook
via Bluetooth (CD30 BT) worden aan‐
gesloten.
De digitale soundprocessor biedt u di‐
verse vooraf instellingen, waarmee
u het geluid kunt optimaliseren.
Het navigatiesysteem (alleen
CD30 / CD30 BT) met dynamische
routeplanning brengt u veilig naar uw
bestemming en kan, desgewenst, fi‐
les of andere knelpunten omzeilen.
Daarnaast kan het infotainmentsys‐
teem worden bediend met behulp van
de bedieningstoetsen op het stuur‐
wiel (niet R10).
Het Infotainmentsysteem kan ook
worden uitgerust met een mobielete‐
lefoonportaal (alleen CD30 /
CD30 BT).
Door het goeddoordachte design van
de bedieningselementen en heldere
displays kunt u het systeem gemak‐
kelijk en intuïtief bedienen.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid
9 Waarschuwing
Het infotainment-systeem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden
gereden. Zet bij twijfel uw auto aan
de kant en bedien het infotain‐
ment-systeem terwijl u stilstaat.