Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Het Debiet In Een Zonnesysteem Instellen En De Regelaarfunctie Testen; De Werking Van Tpm Regeling Voor Klassieke Bypass Pompen - OEG KSW-E Series Handleiding

Verschilregelaar
Inhoudsopgave

Advertenties

HET DEBIET IN EEN ZONNESYSTEEM INSTELLEN EN DE REGELAARFUNCTIE
TESTEN
Het geschatte systeemdebiet, aan de oppervlakte van de geïnstalleerde collectoren, moet
bepaald worden, variërend van 0.5 tot 1.2 l/min per vierkante meter van zonnecollectoren
of naargelang de instructies van de fabricant (bijvoorbeeld: voor 3 zonnecollectoren met
een totale oppervlakte van 6 m
geselecteerde debiet van 0,9 l/min per vierkante meter van een collector).

DE WERKING VAN TPM REGELING VOOR KLASSIEKE BYPASS POMPEN

Zet de bypass pomp manueel op de maximale rotatie (zie sectie Manuele werking op
pagina 118). Stel de snelheid op de bypass pomp zo in dat de pomp lichtjes het
berekende systeemdebiet overschrijdt. Gebruik de regelklep om het debiet in het systeem
aan te passen zodat dit gelijk is aan het berekende debiet. Op de controller stelt u de
pomprotatie in op 40% en controleert u of de vlotter in de debietmeter stijgt. Als er geen
debiet in het systeem is, stelt u de volgende rotatie op de controller in, namelijk 55% en
controleert u het debiet opnieuw. Als er nog steeds geen debiet is, moet u de volgende
pomprotatie op de controller instellen, namelijk 70% of verhoogt u het geschatte
systeemdebiet en herhaalt u de procedure.
Als u de initiële pomprotatie tijdens de test heeft moeten verhogen, moet de initiële fase
van de pompfunctie ingevoerd worden in de parameter S3.2 voor de R2 pomp en in
parameter S3.8 voor de R3 pomp.
DE WERKING VAN PDM TESTEN / 0-10V REGELING VOOR HOOGRENDERENDE
BYPASS POMPEN
Open de regelklep voor de debietregeling in het systeem volledig. Stel manueel de
pompsnelheid in (zie pagina 118), waar de pomp het geschatte debiet in het systeem
bereikt. Voer deze waarde in parameter S3.5 voor de R2 pomp en in parameter
voor de R3 pomp in. U kunt nu de minimum pompsnelheid waaraan de pomp nog debiet
in het systeem mogelijk maakt, controleren. Dit doet u door de pompsnelheid te verlagen
naar de snelheid waaraan de pomp nog steeds een constant debiet in het systeem
mogelijk maakt. Voer de minimum pompsnelheid in parameter S3.2 voor de R2 pomp in
en in parameter S3.8 voor de R3
2
, is het schatte debiet in het systeem 5,4 l/min, met het
pomp.
147
S3.11
Montageaanwijzingen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ksw seriesKs2w series

Inhoudsopgave