Download Print deze pagina

Stienen BE CBA-2600 Korte Handleiding pagina 3

Advertenties

2 CV-ketels
Bestaat de centrale verwarming uit 2 CV-ketels dan moet u zowel "CV-ketel
1" alsook "CV-ketel 2" aan een relais uitgang toewijzen.
De 2e CV-ketel wordt ingeschakeld als het verschil tussen de gewenste
watertemperatuur en de gemeten watertemperatuur groter is dan –5,0ºC.
De CV-ketels schakelen weer uit als de watertemperatuur 5,0ºC boven de
gewenste watertemperatuur komt.
Ventilatie
De minimum ventilatie wordt op het rechter display weergegeven als u op deze toets indrukt.
Bij een centrale afzuiging zonder meetventilatoren in de afdeling kunt u hier het begin percentage
instellen. Tot aan dit percentage draait de centrale afzuiging op minimum, boven dit percentage gaat
de centrale afzuiging de ventilatie omhoog regelen.
De maximum ventilatie wordt op het rechter display weergegeven als u op deze toets indrukt.
Met meetventilatoren
Zonder meetventilatoren
Met meetventilatoren
Zonder meetventilatoren
Werking centraal afzuigsysteem
De centrale afzuiging bestaat uit 2 regelgedeelten:
1
e
gedeelte: Afdelingsregelaar
De meetventilator in iedere afdeling controleert of het berekende ventilatiepercentage wordt gehaald. Indien dit niet
zo is zal de klep verder open of dicht worden gestuurd. De afdeling met de grootste klepstand bepaalt hoe de
centrale afzuiging wordt gestuurd.
Bij een afdeling zonder meetventilator is de afdelingstemperatuur bepalend voor de klepstand.
2
e
gedeelte: Centrale regelaar
De centrale regelaar verzamelt informatie van alle klimaatregelaars. Afhankelijk van de ventilatie behoefte in de
afdelingen wordt de centrale afzuiging aan gestuurd.
OPMERKING: Bij centrale afzuiging wordt onderscheid gemaakt tussen een afdeling met meetventilator en een
afdeling zonder meetventilator. Afdelingen die gebruik maken van dezelfde centrale afzuiging moeten
of
alle met
en te nimmer worden toegepast, dit kan
Foutmelding
Op het linker display verschijnt een foutcode volgens onderstaande tabel. Op het rechter display kan worden
ingesteld of een defecte sensor via het "ERROR" relais wel (1) of niet (0) moet worden doorgegeven. Indien
"niet doorgeven" (0) is ingesteld knippert de lamp " " De storing wordt pas doorgegeven aan het "ERROR"
relais nadat de, door de installateur ingestelde, vertragingstijd verstreken is. Bij een hardware alarm wordt het
"ERROR" relais direct bekrachtigd zonder vertraging
Foutcode
Lampje
Lampje
F00
F01
F02
F10
F40
of
alle zonder
meetventilator zijn. Een mix van met en zonder meetventilator mag nooit
Omschrijving
Geen storing
Watertemperatuur buitengrenzen of voeler defect
Buitentemperatuur buitengrenzen of voeler defect
Geen data van CB-klimaatregelaars ontvangen
Hardware alarm (afdeling zonder meetventilator gedetecteerd terwijl op centrale
regelaar is ingesteld dat alle afdelingen van een meetventilator zijn voorzien).
Wanneer er meetventilatoren in de afdelingen zitten wordt op het linker
display het afdelingsnummer van de hoogst vragende afdeling
weergegeven. Op het rechter display staat de maximum klepstand van
de hoogst vragende afdeling.
Bij een centrale afzuiging zonder meetventilatoren in de afdelingen kunt
u hier het eind percentage instellen. Boven dit percentage draait de
centrale afzuiging op maximum. Tussen begin en einde wordt de
centrale afzuiging geregeld van minimum naar maximum.
Op het linker display wordt de gemiddelde ventilatie van alle afdelingen
weergegeven. Op het rechter display staat de berekende ideale
klepstand voor de afdelingen
Rechts wordt de gemiddelde ventilatie van alle afdelingen weer gegeven
op het linker display staat niets.
fatale gevolgen
AAN
-5,0°C
+5,0°C
GEWENSTE WATERTEMPERATUUR
KETEL 2 AAN
KETEL 1 AAN
hebben voor de gehele ventilatieregeling.
UIT

Advertenties

loading