Toetsenbord
Meetwaarde opvragen / wijzigen
Wordt op een toets gedrukt en licht het lampje continu op dan wordt op het display een meetwaarde of berekende
instelling weergegeven. Druk nogmaals op dezelfde toets om de bijbehorende instelling te wijzigen (het lampje
knippert).
Een instelling kan met behulp van de + en – (plus en min) toets worden gewijzigd.
CV-regeling
Met behulp van de stooklijn is het mogelijk de watertemperatuur
weersafhankelijk te regelen, de watertemperatuur is dan
afhankelijk van de ingestelde stooklijn en de momentele
buitentemperatuur. Wanneer de buitentemperatuur daalt tot
onder de stoptemperatuur (E) wordt de ketelwatertemperatuur
berekend volgens de ingestelde stooklijn. Stijgt de
buitentemperatuur boven de stoptemperatuur (hysterese = 1°C)
dan wordt de berekende ketelwatertemperatuur gelijk aan 5°C
(vorstbeveiliging). Bij een ongeldige buitentemperatuur blijft de
laatst berekende watertemperatuur gehandhaafd.
CV-regeling op basis van warmtevraag
Uit de afdelingsgegevens, die via de communicatielus worden ontvangen, wordt de hoogste warmtevraag voor de
CV-groep bepaald. De berekende ketelwatertemperatuur wordt gelijk aan de hoogste ontvangen warmtevraag, begrensd
door de ingestelde maximum ketelwatertemperatuur (zie stooklijn). De berekende ketelwatertemperatuur wordt echter
nooit kleiner dan de ingestelde minimum warmtevraag.
Als de communicatie met de afdelingscomputers verstoord is, zal de centrale regelaar automatisch overschakelen op de
ingestelde stooklijn. Vandaar dat de stooklijn ook bij een CV-regeling, die op basis van warmtevraag regelt, moet
worden ingesteld.
Instellen stooklijn
Maximum watertemperatuur (A) die op het linker display wordt weergegeven, worden ingesteld (lampje
knippert). Wordt direct daarna op de toets [ 3 ] gedrukt dan kan de bijbehorende buitentemperatuur (B),
worden ingesteld.
Minimum watertemperatuur (C), die op het linker display wordt weergegeven, worden ingesteld (lampje
knippert). Wordt direct daarna op de toets [ 3 ] gedrukt dan kan de bijbehorende buitentemperatuur (D)
worden ingesteld. Echter indien de CV-regeling regelt op basis van warmtevraag dan verschijnt op het
linker display eerste de ingestelde minimum warmtevraag. Wijzig de minimum warmtevraag indien
gewenst. Druk daarna nogmaals op toets [ 3 ] om de minimum watertemperatuur in te stellen.
Door het indrukken van deze toets verschijnt de momentele buitentemperatuur op het linker display.
Door nogmaals op de toets te drukken kan de stoptemperatuur (E) worden ingesteld.(lampje knippert).
Iedere centrale verwarming moet voorzien worden van een uniek identificatienummer (zie installateur code 6.02). Bij de
afdeling kunt u instellen door welk centrale verwarming de warmtevraag in de afdeling geregeld moet worden (de
afdeling geeft de warmtevraag door aan deze regeling).
Wanneer geen lampjes op het
bedieningspaneel oplichten
wordt in het linker display de
gemeten watertemperatuur en
in het rechter display de
momentele ventilatie van de
centrale afzuiging
100
MAX °C
A
90
80
70
60
50
40
30
MIN °C
C
20
10
5
0
-20
-15
-10
-5
Buitentemperatuur °C
B
0
5
10
15
20
25
30
D
E