ALARMCODES KLIMAAT
Alarm code
Alarm onbekend (xxx)
Buitenvoeler defect
Sensor defect
Temperatuur te hoog
Temperatuur te laag
Temperatuurvoeler defect
Thermosdifferentiaal
Voeler x
Ventilatie 0%
Ongeldig kental
Ventilatie te hoog
1
Ventilatie te laag
1
1
Controleer bij een klepregeling eerst of de klep niet op handbediening staat.
AFDELINGSTEMPERATUUR
AFDELINGSVENTILATIE
Meetventilator 1 aan:
Meetventilator 1 uit:
Meetventilator 2 aan:
Meetventilator 2 uit:
Pagina 22 van 28
Omschrijving
Een onbekende niet gedocumenteerde alarmcode is opgetreden. Noteer het
nummer dat wordt weergegeven en neemt contact op met uw leverancier.
Meting buitentemperatuursensor < -50,0°C of > +50,0°C
Meting sensor (temperatuur etc.) ligt buiten de ingestelde grenzen
De gemeten temperatuur is hoger dan de berekende maximum alarmgrens
De gemeten temperatuur is lager dan de berekende minimum alarmgrens
Meting temperatuursensor < -50,0°C of > +100,0°C
Het temperatuurverschil tussen de twee laatste metingen van de voeler is groter
dan het maximaal toegestane verschil of de voelertemperatuur ligt boven de
absolute grens, zie pagina 23.
De meetventilator staat stil.
Ongeldig kental (0), vul een geldig kental in (zie AQC-tabel).
De gemeten ventilatie is hoger dan de berekende maximum alarmgrens
De gemeten ventilatie is lager dan de berekende minimum alarmgrens
Hier kunt u de alarmgrenzen voor de afdelingstemperatuur instellen.
Indien temperatuurcompensatie actief is kan de maximum alarmgrens
aangepast worden door de gecorrigeerde "Instelling temperatuur". Indien
er gebruik gemaakt wordt van een buitenvoeler kan de maximum
alarmgrens aangepast worden door de actuele buitentemperatuur.
Alarmcode
De alarmstatus kan, afhankelijk van het type voeler, een van in de tabel
vermelde teksten aannemen, zie pagina 22.
In dit venster kunt u de a meetventilator(en) uitschakelen. Daarnaast
worden den berekende alarmgrenzen van de meetventilatoren getoond.
De in dit venster weergegeven berekeningen hebben betrekking op de
geregelde ventilatorgroep en niet op de totale afdelingsventilatie. Hierdoor
kunnen de weergegeven waarden afwijken van weergaven in ander
scherm.
Als de meetventilator wordt uitgeschakeld heeft deze geen invloed
meer op de sturing en de alarmering van de ventilatiegroep.
het verschil tussen de berekende en gemeten ventilatie bepaalt de sturing van de
uitgang.
de berekende ventilatie bepaalt de sturing van de uitgang.
het verschil tussen de berekende en gemeten ventilatie bepaalt de sturing van de
uitgang.
Indien meetventilator 1 aan staat en de berekende ventilatie stijgt boven het
startpercentage van de 2
uitgang van ventilator 1.
Indien beide meetventilatoren uit staan dan bepaalt de berekende ventilatie de
sturing van de uitgang.
e
ventilator dan volgt de uitgang van ventilator 2 de