Symptoom
Het beeld is gestoord.
Het beeld is te donker.
De flitser werkt niet.
De datum en tijd worden
onjuist opgenomen.
Bij het filmen van een zeer
helder onderwerp
verschijnen er verticale
strepen.
De batterij gaat niet lang
genoeg mee.
De batterij-
restladingsindicatie is
onjuist.
Volgens de batterij-
restladingsindicatie is er
nog voldoende stroom,
maar toch is de stroom
spoedig op.
Oorzaak en/of oplossing
• De camera bevindt zich in de buurt van een TV of
andere apparatuur met krachtige magneten.
t Plaats de camera verder van de TV, enz.
• U filmt een onderwerp met een lichtbron erachter.
t Regel de belichting (blz. 45).
t Regel de helderheid van het LCD-scherm
(blz. 38).
• De flitser staat op
t Zet de flitser op auto (geen indicatie),
(blz. 20).
• PROGRAM AE is ingesteld op het schemer- en
maanlichtprogramma, het schemer- en maanlicht-
plus-programma of het landschapsprogramma.
t Annuleer het programma (blz. 43) of zet de
flitser op
.
• De MODE-keuzeschakelaar staat op MOVIE.
t Zet deze op STILL.
• De flitser is niet omhoog gebracht.
t Breng de flitser omhoog (blz. 20).
• De datum en tijd zijn niet juist ingesteld.
t Stel de juiste datum en tijd in (blz. 14).
• Dit is een bekend storingsfenomeen.
t Dit is normaal.
• U filmt beelden of geeft beelden weer bij extreem
koude temperaturen.
• De accu is niet voldoende opgeladen.
t Laad de accu helemaal op.
• De accu is leeg.
t Vervang de accu door een nieuwe (blz. 12).
• U hebt de camera langdurig op een extreem warme
of extreem koude plaats gebruikt.
• De accu is leeg.
t Vervang de accu door een nieuwe (blz. 12).
• De accu is uitgeput.
t Plaats een volledig opgeladen accu (blz. 9, 12).
t Laad de accu volledig op (blz. 9).
.
of
61
-NL