Nederlands
4
• verlies van belangrijke functies van het product/de installatie
• voorgeschreven onderhouds- en reparatieprocédés die niet uitgevoerd worden
• gevaar voor personen door elektrische, mechanische en bacteriologische werking
• materiële schade
2.4 Veiligheidsaanwijzingen voor de gebruiker
De bestaande voorschriften betreffende het voorkomen van ongevallen dienen te worden
nageleefd.
Gevaren verbonden aan het gebruik van elektrische energie dienen te worden vermeden.
Instructies van plaatselijke of algemene voorschriften [bijv. IEC en dergelijke], alsook van
de plaatselijke energiebedrijven, dienen te worden nageleefd.
Dit apparaat is niet bedoeld om gebruikt te worden door personen (kinderen inbegrepen) met
verminderde fysieke, sensorische of geestelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en/of
kennis, behalve als zij onder toezicht staan van een voor de veiligheid verantwoordelijke per-
soon of van deze persoon instructies hebben gekregen over het gebruik van het apparaat.
Zie erop toe dat er geen kinderen met het apparaat spelen.
2.5 Veiligheidsaanwijzingen voor inspectie- en montagewerkzaamheden
De gebruiker dient er voor te zorgen dat alle inspectie- en montagewerkzaamheden wor-
den uitgevoerd door bevoegd en bekwaam vakpersoneel, dat door het bestuderen van de
gebruikshandleiding voldoende geïnformeerd is.
De werkzaamheden aan het product/de installatie mogen uitsluitend bij stilstand worden
uitgevoerd. De in de inbouw- en bedieningsvoorschriften beschreven procedure voor het
buiten bedrijf stellen van het product/de installatie moet absoluut in acht worden genomen.
2.6 Eigenmachtige ombouw en vervaardiging van reserveonderdelen
Wijzigingen in het product zijn alleen toegestaan na overleg met de fabrikant. Originele
onderdelen en door de fabrikant toegestane hulpstukken komen de veiligheid ten goede.
Bij gebruik van andere onderdelen kan de aansprakelijkheid van de fabrikant voor daaruit
voortvloeiende gevolgen vervallen.
2.7 Ongeoorloofde gebruikswijzen
De bedrijfszekerheid van het geleverde product kan alleen bij gebruik volgens de voor-
schriften conform paragraaf 4 van de inbouw- en bedieningsvoorschriften worden gega-
randeerd. De in de catalogus/het gegevensblad aangegeven boven- en ondergrenswaar-
den mogen in geen geval worden overschreden.
3 Transport en opslag
Installatie en afzonderlijke componenten worden geleverd op een pallet.
Direct na ontvangst van het product:
• het product controleren op transportschade,
• bij transportschade binnen de geldende termijnen de vereiste maatregelen bij het trans-
portbedrijf nemen.
WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel!
Door niet vakkundige borging van de lading bij transport en opslag van het product
kunnen personen letsel oplopen.
Bij het transport erop letten dat het product stabiel staat!
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Ondeskundig transport en ondeskundige opslag kunnen materiële schade aan het pro-
duct veroorzaken.
• Product enkel op de pallet en met toegelaten hijsmiddelen transporteren.
• Bij het transport opletten dat het apparaat stabiel staat en geen mechanische bescha-
digingen kan oplopen.
• Product tot aan de installatie opslaan op de pallet op een droge plaats, die beschermd
is tegen directe zonnestralen.
WILO SE 06/2010