Inhoudsopgave
Advertenties
• Fig. 4 en 5: PE-reservoir met begaanbare afdekking, bovenwaterkoppeling met geïnte-
• Fig. 6: Als afvalwateropvoerinstallatie in het gebouw (bovengrondse installatie)
• Fig. 7: Als schachtpompstation voor inbouw in grond buiten het gebouw (ondergrondse
6.2 Werking
7 Installatie en elektrische aansluiting
• Installatie en elektrische aansluiting alleen door vakpersoneel en volgens de geldende
• Voorschriften voor het voorkoming van ongevallen in acht nemen!
• Bij werkzaamheden aan putten moet voor de veiligheid een tweede persoon aanwezig zijn.
• De plaats van opstelling moet voldoende zijn geventileerd.
7.1 Montage voorbereiden
• Installatie enkel laten uitvoeren door vakpersoneel!
• Nationale en regionale voorschriften in acht nemen!
• Inbouw- en bedieningsvoorschriften van de toebehoren in acht nemen!
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-DrainLift WS 40-50
Uitvoering WS 40-50:
greerde kogel-terugslagklep van kunststof op dwarsstuk gemonteerd in reservoir, perslei-
ding voor opname van de hangende pomp (MTS 40, TP 50 of TP 65), bronzen afsluiter,
leidingsysteem volledig van roestvrij staal, roestvrij stalen ketting voor de (de)montage van
de pomp. Schakelkast en niveauregistratie zijn voor de uitvoering WS 40-50 niet inbegre-
pen bij de leveringsomvang en moeten apart worden besteld (zie tabel onder 5.4.2).
Installatietypen
De installatie kan in twee installatietypen worden gebruikt. Installatievoorbeelden zie:
installatie)
= rioolniveau (meestal bovenkant straat)
1. Afsluiter DN 100 (toebehoren)
2. Flenskruisstuk DN 100 (toebehoren)
3. Driewegkraan (toebehoren)
4. Handmembraanpomp (toebehoren)
5. Klemverbinding (toebehoren)
6. Persleiding voor hoofd-verzamelleiding
7. Schakelkast Wilo-Drain (zie tabellen onder 5.4.1 en 5.4.2)
8. Ontluchting (aansluiting DN 70)
9. Toevoer (aansluiting DN 100)
10. Afsluiter (toebehoren)
11. Afvoerpomp (z. B. Wilo-Drain TMW)
12. Steun voor armatuur voor gewichtsontlasting (niet inbegrepen)
13. Schachtverlenging (toebehoren)
Het toegevoerde afvalwater wordt opgevangen in het verzamelreservoir van de opvoer-
installatie. De invoer vindt plaats via een afvalwatertoevoerleiding DN 100 of DN 150, die
naar vrije keuze op de gemarkeerde reserovoirbereiken kan worden aangesloten (DN 100
niet bij levering inbegrepen).
Bij het bereiken van een bepaalde vulpeil pompt de pomp het te verpompen materiaal door
het persleidingsysteem naar de extern aangesloten afvoerleiding. De geïntegreerde terug-
slagklep voorkomt het terugstromen naar de installatie.
De dubbelpompinstallaties werken met een basis- en pieklastpomp. Voor een gelijkmatige
belasting van de beide pompen vindt er na iedere pompcyclus een pompwisseling plaats. Wan-
neer een pomp een storing heeft, wordt de tweede pomp automatisch de basislastpomp.
Wanneer het product gedemonteerd wordt geleverd, moeten de losse onderdelen op basis
van de meegeleverde inbouw- en bedieningsvoorschriften in elkaar worden gemonteerd
en alle veiligheidsvoorzieningen in werking worden gesteld. Het niet-naleven van inbouw-
en installatievoorschriften vormt een gevaar voor de veiligheid van het product/personeel
en maakt de afgegeven verklaringen ongeldig.
GEVAAR! Levensgevaar!
Een ondeskundige installatie en elektrische aansluiting kunnen levensgevaarlijk zijn.
voorschriften laten uitvoeren!
GEVAAR! Gevaar voor verstikking!
Giftige of voor de gezondheid schadelijke stoffen in afvalwaterputten kunnen leiden
tot infecties of verstikking.
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Ondeskundige installatie kan leiden tot materiële schade.
Geschikte plaats voor de putinstallatie selecteren (fig. 6/fig. 7).
Nederlands
9
Advertenties
Inhoudsopgave
