GEBRUIK
Uitschakelen van de kookplaten
● De kookkamer moet geactiveerd zijn. De indicator voor het verwarmingsvermogen is
afwisselend verlicht.
● Uitschakelen gebeurt door de aan/uit-sensor op de plaat aan te raken, of door op
de sensor (5) gedurende enkele seconden3.
De hele kookplaat uitschakelen
● De kookplaat werkt zolang ten minste één van de kookplaten is ingeschakeld.
● Door op de
kookplaat uitgeschakeld
Als een kookplaat heet is, geven de kookplaatindicators (3) de letter "H" weer, die
restwarmte symboliseert.
Booster "P" functie
De Booster-functie verhoogt het vermogen van de Ø verwarmer van 2102000W tot 3000W,
van de Ø 160 verwarmer van 1200W tot 1400W.
Om de boosterfunctie te activeren, kiest u een kookzone, zet u het kookniveau op "9" en
drukt u opnieuw op de sensor.
De boosterfunctie wordt uitgeschakeld nadat de sensor opnieuw is ingedrukt wanneer
de inductiekookplaat actief is of nadat de pan van de inductiekookplaat is genomen.
De werkingsduur160 van de boosterfunctie voor de Ø en210 Ø kookplaten wordt door
het sensorpaneel beperkt tot minuten10. Na de automatische uitschakeling van de
boosterfunctie blijft de kookruimte met het nominale vermogen opwarmen.
De boosterfunctie kan opnieuw worden opgestart als de temperatuursensoren in de
elektronica en in de spoel dit toelaten. Als een pan uit de kookruimte wordt
verwijderd terwijl de boosterfunctie in werking is, blijft de functie actief en wordt de
tijd doorgeteld.
Als de temperatuur (van het elektronische circuit of van de gloeispiraal) van de
verwarmingsplaat wordt overschreden tijdens de werking van de verhogingsfunctie,
wordt de verhogingsfunctie automatisch uitgeschakeld. De kookplaat keert terug
naar het nominale vermogen.
9
7
108 8
3
5
hoofdsensorte drukken
3
462
5
29
,wordt de hele
1