Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Amica ACI605B Gebruiksaanwijzing pagina 24

Inhoudsopgave

Advertenties

GEBRUIK
Beschermende uitrusting :
Als de plaat correct is geïnstalleerd en goed wordt gebruikt, zijn beschermingen zelden
nodig.
Ventilator: Dient om de besturings- en vermogenselementen te beschermen en te koelen.
Hij kan op twee verschillende snelheden worden ingesteld en werkt automatisch. De
ventilator draait totdat het elektronische systeem voldoende is afgekoeld, ongeacht of de
kookzones zijn in- of uitgeschakeld.
Transistor: De temperatuur van de elektronische elementen wordt continu gemeten met
de sonde. Als de warmte gevaarlijk hoog oploopt, vermindert dit circuit automatisch het
vermogen van de verwarming of schakelt het de verwarmingen uit die zich het dichtst bij
de verwarmde elektronische elementen bevinden.
Detectie: De aanwezigheid van een pan zal de kookplaat doen werken en dus opwarmen.
Kleine voorwerpen die op het verwarmingsoppervlak worden geplaatst (b.v. een kleine
lepel, een mes, een ring...) worden niet beschouwd als een pan en de kookplaat wordt niet
ingeschakeld.
Detecteert de aanwezigheid van een pan in het inductieveld.
Een pannensensor is geïnstalleerd in de kookplaten met inductievelden. Wanneer de
kookplaat in werking is, start en stopt de pannensensor automatisch de warmteafgifte in
de kookkamer wanneer de pan op de kookplaat wordt geplaatst en vervolgens wordt
verwijderd. Dit zorgt voor energiebesparing.
• Als de kookplaat wordt gebruikt met een geschikte pan, wordt het warmteniveau op het
display aangegeven.
• Inductie vereist het gebruik van geschikte pannen met magnetische bodem (tabel).
Indien er geen pan op de kookplaat is geplaatst of een verkeerde pan is geplaatst,
verschijnt het symbool op het display. De kookplaat gaat niet aan. Als er na 10 minuten
geen pannen worden gedetecteerd, wordt de kookplaat niet ingeschakeld. De kookplaat
wordt uitgeschakeld met behulp van de controlesensor, het verwijderen van de pan is niet
voldoende.
De pannensensor functioneert niet als de hoofdsensor van de kookplaat.
De inductiekookplaat is uitgerust met sensoren die werken door met een vinger de
gemarkeerde oppervlakken aan te raken. Elke aanpassing van de sensor wordt bevestigd
door een akoestisch signaal.
Bij het in- en uitschakelen van het toestel en bij het instellen van het kookvermogen
mag slechts op één sensor worden gedrukt. Indien meer dan één sensor gelijktijdig
wordt ingedrukt (behalve de klok en de toets), negeert het systeem de ingevoerde
besturingssignalen, en indien de sensoren gedurende lange tijd worden ingedrukt,
klinkt het storingssignaal.
Schakel na gebruik het fornuis uit met de regelaar en gebruik de oven niet voor
andere doeleinden.
geen rekening houden met de aanwijzingen van de gebruiksdetector.
23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave