KALIBREREN BEDIENINGSPANEEL
6.
Controleer opnieuw de nieuwe cijfers bij de snelheidskalibrering. Voer stap 3 uit om het scherm
Distance (Afstand) leeg te maken. Voer het nieuwe getal voor de snelheidskalibrering in zoals in stap 1.
Herhaal stappen 4 en 5.
MEET ZORGVULDIG. Zorg ervoor dat de banden goed zijn opgepompt alvorens te meten. Meet de
banden op het type grond waarop u gaat sproeien. De omtrek van de band varieert bij meten op
zachte grond of harde grond. Meet voor de beste resultaten verschillende keren en middel de
resultaten. Meet regelmatig opnieuw.
BEREKENING "METER CAL"
Het kalibreringscijfer voor de stroommeter is op het label gestanced, dat aan elke stroommeter is geplakt. Dit
cijfer moet gebruikt worden voor toepassingen met gallon per gebied. Om de originele METER CAL
(kalibrering van de meters) om te rekenen van gallon naar de gewenste meeteenheden (oz, lbs of liter per
gebied) gaat u naar hoofdstuk Afkortingen en omrekeningen van deze handleiding. Schrijf dit kalibreringscijfer
op voor toekomstige raadpleging tijdens het programmeren van de computer.
BEREKENING "VALVE CAL"
Het eerste kalibreringscijfer voor de regelklep is 2123. Nadat u met het systeem heeft gewerkt, wilt u dit cijfer
wellicht verfijnen. Zie voor definities hieronder.
Klepspeling – regelt de tijd van de eerste correctiepuls nadat een wijziging in de correctierichting is
gedetecteerd. Bereik is verhogen naar verlagen of verlagen naar verhogen (incr to decr/decr to incr): 1 tot 9,
1 korte puls, 9 lange pulsen
Klepsnelheid – regelt de snelheid van de regelklepmotor
Als de regelklep te snel werkt zal dit leiden tot het trillen van het systeem.
Bereik: 1 tot 9, 1 langzaam, 9 snel
Rempuntpercentage – stelt het punt in waarop de regelklepmotor begint af te remmen om op die manier de
gewenste snelheid te handhaven. Het cijfer geeft het verwijderingspercentage van de doelsnelheid weer.
Bereik: 0 tot 9, 0 = 5%, 1 = 10%, 9 = 90%
Buffercijfer – toegestaan verschil tussen doel- en werkelijke toepassingssnelheid waarbij de
snelheidscorrectie niet wordt uitgevoerd. Bereik: 1 tot 9, 1 = 1%, 9 = 9%
BEREKENING "RATE 1 AND RATE 2 CAL" (Zie hoofdstuk Sproeiprocedure)
Bepaalt de toepassingssnelheid waarop het chemische middel gesproeid moet worden. Neem contact op met
de dealer om te garanderen dat de sproeimondstukken in staat zijn deze doelsnelheid te hanteren.
Met behulp van CAPACITY (capaciteit) = 1,67 lit/min en druk = 20 bar kunt u kantelcijfer XR8004 kiezen uit
het hoofdstuk Mondstukdiagrammen, aangezien dat cijfer het dichtste bij de gewenste uitkomst ligt.
STROOMSNELHEIDSBEPERKINGEN VERIFIËREN
De stroomsnelheid van de sproeier moet binnen het bereik van 4 tot 210 lit/min liggen.