Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bediening - Smithco Spray Star 1008 Bedieningshandleiding

Raven 440 computersysteem
Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

BEDIENING

Zorg dat u bekend raakt met alle regelingen en functies alvorens de Spray Star 1750 te bedienen. Voer alle
onderhoudsinstructies uit en lees alle veiligheidswaarschuwingen. Door de Spray Star 1750 grondig te leren
kennen, hoe de machine werkt en door de voorgeschreven onderhoudsstappen uit te voeren, kunt u een
probleemloze werking gedurende vele jaren verwachten.
VEILIGHEID
De veiligheid moet altijd de zorg van een bestuurder van een bewegend voertuig zijn of bediener van elke machine
met roterende onderdelen.
1. Houd alle afscherm- en afdekmiddelen op hun plaats.
2. Houd de parkeerrem ingeschakeld wanneer de bediener niet bij het voertuig is of als er onderhoud wordt
uitgevoerd.
3. Draag altijd de noodzakelijke beschermende kleding en uitrusting.
4. Schakel de motor uit wanneer u brandstof bijvult of onderhoud pleegt waarbij geen motorvermogen nodig is.
DAGELIJKSE CONTROLE
1. Controleer het motoroliepeil. Indien nodig bijvullen. NIET OVERVULLEN. Zie de motorhandleiding voor de
oliegraad en procedure.
2. Bandenspanning moet 1,4 bar maximaal zijn.
3. Inspecteer het elektrische systeem en de accukabels op losse verbindingen of gerafelde bedrading. Vervang
alles wat niet naar behoren werkt of maak wat los zit vast.
4. Controleer het bevestigingsmateriaal op loszittende of ontbrekende moeren, bouten, schroeven enz., en
maak deze vast of vervang ze indien nodig.
5. Inspecteer de hydraulische leidingen op schade of lekkage. Gebruik nooit uw handen om lekkage te
constateren.
6. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof. De hydraulische vloeistoftank bevindt zich aan de linkerkant
van de machine. Het vloeistofpeil moet zich bij een koude motor ongeveer 5 – 6,4 cm onder de bovenrand
van de tank bevinden. Gebruik alleen SAE 10W-40 API Service SJ
motorolie of hoger.
7. Inspecteer de verbindingen van de stuurkolom, gasklep en schakeling
op goede inhaking en soepele beweging.
8. Controleer de regelingen op soepele en de juiste werking. Indien nodig
smeren.
9. Controleer de afstelling van de parkeerrem. Indien nodig afstellen.
10. Controleer de schokdemperbeugels op het motorframe.
DE MOTOR STARTEN
1. Zorg ervoor dat de branstofstroomklep 'Aan' is. Deze bevindt zich op de
brandstoftank.
2. De contactschakelaar bevindt zich op het dashboard. Steek de sleutel
(A) in en draai rechtsom totdat de motor start (C). Laat de sleutel los en
deze keert terug naar de stand 'geactiveerd' (B). Gebruik de choke en
de handmatige gasklep indien nodig.
3. Laat de motor stationair warm lopen alvorens een rijrichting te selecteren.
DE MOTOR STOPPEN
Als de motor onder hoog vermogen heeft gedraaid, laat hem dan gedurende een paar minuten op
langzame, stationaire snelheid draaien alvorens de contactschakelaar op de stand UIT te zetten.
1. Schakel de sproeipomp uit.
2. Beweeg de gasklephendel naar 'slow' (langzaam) en draai het contactsleuteltje naar de stand 'off' (uit).
3. Verwijder het contactsleuteltje en schakel de parkeerrem in.
Laat het voertuig nooit onbeheerd achter met een lopende motor. Breng het voertuig altijd volledig tot
stilstand, schakel de parkeerrem in, draai het contactsleuteltje naar de stand uit en verwijder het sleuteltje.

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

10-100100413

Inhoudsopgave