12.1.2
Onderhoudsinterval: dagelijks
12.1.3
Onderhoudsinterval: wekelijks
12.1.4
Onderhoudsinterval: 1 maand
Reinig het vuilfilter regelmatig:
12.1.5
Onderhoud en reparatie
Onderhoud en storingen aan het doseersysteem
Voor een veilig bedrijf van de zwembadinstallatie, moeten de
actuele waarden van het zwembadwater dagelijks worden gecon‐
troleerd.
1.
Controleer de chloor-concentratie met de DPD-test, zie
gebruikershandleiding testset.
2.
Controleer de pH-waarde met de fenolrood-test, zie gebrui‐
kershandleiding testset.
ð Wanneer de waarden van het zwembadwater buiten de
tolerantie liggen, moet u de extra controles uitvoeren.
1.
Onderwerp het doseersysteem, vooral de sensoren en de
flowmeter met flowsensor, regelmatig aan een visuele con‐
trole:
op luchtbellen in het meetwater,
n
op de staat van de sensoren,
n
op lekkages,
n
op een correcte debietwaarde,
n
of de flowsensor correct is bevestigd aan de flowmeter,
n
of de vlotter vrij kan bewegen in de flowmeter: Noteer
n
hierbij de debietwaarde en wijzig daarna de debiet‐
waarde, de positie van de vlotter moet veranderen.
ð Neem bij afwijkingen op een van deze punten, contact op
met de serviceafdeling.
2.
Controleer de niveaus in de vaten.
ð Wanneer een niveau is gedaald beneden 10 cm, dan
moet doseermedium worden bijgevuld.
3.
Controleer de sensoren, dit gebeurt door het kalibreren van
de sensoren.
1.
Sluit de afsluitkranen vóór en achter de bypassarmatuur.
2.
Schroef de filterpot los.
3.
Verwijder het filterelement en reinig het zonder reinigings‐
middel.
4.
Plaats het filterelement in de behuizing.
5.
Controleer of de afdichting en de afdichtvlakken schoon zijn,
indien nodig reinigen.
6.
Schroef de filterpot lekdicht vast.
7.
Open de afsluitkranen aan de bypassarmatuur.
De besturing heeft geen bijzonder onderhoud nodig
73