Nr. Werking
1
Met deze toets wordt een maximale gebruiksduur van de aan de redox-sensor toegewezen pomp
ingevoerd. Deze maximale tijd is configureerbaar tussen 0 (deactiveren of UIT) en 1440 minuten.
Overschrijd de gebruiksduur van de pomp deze tijdsduur, stopt de dosering en deze wordt pas na een
ingreep van de gebruiker voortgezet. De gebruiker moet dit alarm wissen. Tijdens deze fase verschijnt
een symbool op het hoofdscherm.
2
Met deze toets wordt een startvertraging voor de redox-sensor tussen 0 en 480 seconden ingevoerd.
Deze vertraging wordt gebruikt om de start van de besturings- en de alarmverwerking na de start van
het apparaat of het loskoppelen van de sensor te vertragen. Tijdens deze fase verschijnt het symbool
(6) op het hoofdscherm.
3
Met deze toets wordt de "Tankvulniveau-ingang" geactiveerd of gedeactiveerd. U kunt ook de richting
van het NO- of NC-contact selecteren. Wordt deze invoer herkend, verschijnt een symbool op het
4
hoofdscherm.
5
6
Met deze toets wordt het maximale setpoint voor het redox-meetkanaal ingesteld. Het setpoint kunt u
invoeren in de gebruikersmodus.
7
Met deze toets wordt het minimale setpoint voor het redox-meetkanaal ingesteld. Het setpoint kunt u
invoeren in de gebruikersmodus.
8
Met deze toets kunt u het redox-meetkanaal kalibreren.
Bedienen en bedieningspaneel
49