Onderhoud
9.3 Onderhoudsschema
Probst specificeert de volgende tests en testintervallen. De exploitant moet de op de plaats van gebruik
geldende wettelijke en veiligheidsvoorschriften in acht nemen. De intervallen zijn van toepassing op de één-
ploegendienst. Bij intensief gebruik, bijv. bij meerploegendienst, moeten de intervallen overeenkomstig
worden verkort.
onderhoudsactiviteit
Controleer de toestand van de ladingze-
keringsketting en de ophanghaak.
Controleer de veiligheidsvoorzieningen:
•
- Manometer
•
- Vergrendeling Bedieningshendel Ont-
grendeling van de belasting
Controleer en reinig de afdichtingslippen van
de zuigplaten en vervang deze indien versle-
ten.
Filterzeef reinigen, indien nodig vervangen.
Controleer het vacuümcircuit op lekken.
Controleer de ondersteunende onderdelen,
zoals de ophanging, op vervorming, slijtage of
andere beschadigingen.
Controleer de leesbaarheid van het ty-
peplaatje en de S.W.L.-plaat. Reinig indien
nodig.
Controleer de leesbaarheid van de waar-
schuwingsborden. Reinig indien nodig.
Huidige inspectie sticker?
Controleer de algemene toestand van de he-
finrichting.
9.4 Controleer de dichtheid van de hefinrichting
Controleer elke maand de dichtheid van de hefinrichting:
1. Schakel de vacuümgenerator in.
2. Plaats de hefinrichting op een last met een dicht, glad oppervlak, bijvoorbeeld een metalen plaat.
3. 3. de lading aanzuigen..
1. Als dit vacuüm niet wordt bereikt, controleer dan de volgende punten:
2.
3. 1. Controleer de toestand van de afdichtingslip en de schroefverbindingen.
4. 2 Reinig het stoffilter met een borstel.
38 / 42
Dagelijks
Wekelijks
X
X
X
X
Maande-
Halfjaar-
lijks
lijks
X
5270.0015 / 5270.0016 / 5270.0017 / 5270.0018
Jaarlijks
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X