Symbool
Verwarmingsmetho-
de
Milde boven-/onder-
warmte
Onderwarmte
Grill, klein
Grill, groot
Overige functies
Hier vindt u een overzicht van bijkomende functies van uw apparaat.
Symbool
Functie
Ovenlamp
Temperatuur en instelstanden
Bij de verwarmingsmethoden en functies zijn er verschillende instellingen.
Opmerking: Bij temperatuurinstellingen boven 250 °C verlaagt het apparaat de temperatuur na ca. 10 minuten tot
ca. 240 °C. Als uw apparaat het verwarmingstype boven-/onderwarmte of onderwarmte heeft, vindt de temperatuur-
verlaging daar niet plaats.
Symbool
Functie
Nulstand
50 - 275
Temperatuurbereik
1, 2, 3
Grillstanden
of
I, II, III
Opwarmindicatie
Het apparaat geeft aan wanneer het opwarmt.
Wanneer het apparaat opwarmt, is op het display ver-
licht. In de verwarmingspauzes dooft het symbool.
Wanneer u voorverwarmt, is het optimale tijdstip voor
het inschuiven van het gerecht bereikt zodra het sym-
bool de eerste keer dooft.
Stand
Aan het einde van het instelgebied bevindt zich een
aanslag. De gaskookplaatkeuzeschakelaar niet verder
dan de aanslag draaien.
Gebruik en werkwijze
Gekozen gerechten zonder voorverwarmen op een niveau voorzichtig garen.
De warmte komt gelijkmatig van boven en van onderen. Het product wordt in fa-
sen bereid met behulp van restwarmte.
Houd de deur van het apparaat tijdens het bereiden gesloten.
Deze verwarmingsmethode wordt gebruikt voor het bepalen van het energiever-
bruik in de conventionele modus.
Gerechten nabakken of au bain-marie bereiden.
De warmte komt van onderen.
Platte grillstukken in kleine hoeveelheden, zoals steaks, worstjes of toast grillen.
Gerechten gratineren.
Het middelste deel van het grillelement wordt heet.
Platte grillstukken, zoals steaks, worstjes of toast grillen. Gerechten gratineren.
Het hele oppervlak onder de grill wordt heet.
Gebruik
De binnenruimte zonder verwarming verlichten.
→ "Verlichting", Pagina 14
Gebruik
Het apparaat warmt niet op.
De temperatuur in °C in de binnenruimte instellen.
De grillstanden afhankelijk van het type apparaat voor de grill, voor het groot
vlak en de grill of voor het klein vlak instellen.
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
Functie
Nulstand
Ontstekingspositie
Instelgebied
Opmerking: Door thermische traagheid kan de weer-
gegeven temperatuur een beetje afwijken van de wer-
kelijke temperatuur in de binnenruimte.
Gaskookplaatkeuzeschakelaar
Met de gaskookplaatkeuzeschakelaar wordt het ver-
warmingsvermogen van de kookplaten ingesteld.
Toelichting
De kookplaat is uitgeschakeld.
Alle ontstekers ontsteken tegelijk.
Grote vlam = hoogste stand
Kleine vlam = laagste stand
Uw apparaat leren kennen nl
13