3. Installatie
3.1 Algemene installatiegegevens
De voeding moet een beperkte energietoevoer zijn of
een energietoevoer van Klasse II.
Voedingsspanning:
Voedingstroom:
Energieverbruik:
Omgevingstemperatuur: -25 - 65 °C
Beschermingsklasse:
Waarschuwing
Controleer of de voedingsspanning
overeenkomt met de waarden die op
het typeplaatje staan vermeld.
24 VAC ± 10 %,
50 of 60 Hz
24 VDC ± 10 %
Minimaal vermogen: 2,4 A
Maximaal vermogen: 8 A
Piekcommunicatie via
elektriciteitsnet
Max. 5 W
IP20
3.2 Locatie
De IO 113 is alleen bedoeld voor installatie binnens-
huis.
Waarschuwing
De IO 113 mag niet in ruimtes met
mogelijk explosiegevaar worden geïn-
stalleerd. Pompen met sensoren
mogen echter wel in een ruimte met
mogelijk explosiegevaar worden geïn-
stalleerd onder de voorwaarde dat ze
over de noodzakelijke productcertifice-
ring beschikken.
Veiligheidsinformatie
De beschermingsklasse van de IO 113 is IP20.
De SM 113 is ontworpen om te voldoen aan IEC-
61010, betreffende elektronische meetinstrumenten,
overspanningscategorie II.
Om te voldoen aan de eisen van verontreinigingsni-
veau 2 dient de IO 113 te worden geïnstalleerd in
een beschermende ruimte met minimaal bescher-
mingsklasse IPX4 overeenkomstig IEC 60529. De
kast moet van een vlamvertragend materiaal zijn
gemaakt.
Omgevingstemperatuur
-25 to 65 °C.
De IO 113 mag niet aan direct zonlicht worden bloot-
gesteld.
Opstellingshoogte
Maximaal 2000 m boven zeeniveau.
Relatieve luchtvochtigheid
Maximaal 95 %.
Waarschuwing
ATEX/IEC Ex beveiliging kan worden
geactiveerd met DIP-schakelaar 10
(pos. 11). Dit schakelt extra alarmen in,
zie paragraaf
4.8 ATEX/IEC Ex beveili-
ging.
5