5. Inbedrijfstelling
Controleer het volgende voordat u begint met instal-
leren:
•
De IO 113 is de uitvoering die u besteld heeft.
•
De IO 113 is geschikt voor de voedingsspanning
en -frequentie ter plekke van de installatie.
•
De IO 113 is niet beschadigd (geweest) tijdens
transport.
Waarschuwing
Voordat u begint met de IO 113 te instal-
leren dient u er zeker van te zijn dat de
voedingsspanning is uitgeschakeld en
niet per ongeluk kan worden ingescha-
keld.
Het installeren dient te geschieden door personeel
dat daartoe bevoegd is in overeenstemming met de
lokale voorschriften.
Alle veiligheidsvoorschriften moeten ter plekke van
de installatie worden nageleefd.
Als de IO 113 is ingesteld zoals beschreven in para-
graaf
Installatie, moet het opstarten plaatsvinden
3.
door een bevoegd persoon.
1. Schakel de voedingsspanning naar de IO 113 in
voordat de pomp wordt gestart.
2. De IO 113 voert nu een zelftest uit.
Alle signaallampjes op het frontpaneel branden
enkele seconden. Als de IO 113 geen storing
detecteert gaan alle signaallampjes uit, behalve
die voor water-in-olie en statorisolatieweerstand.
Als een storing gedetecteerd wordt, dan zal een
signaallampje voor de storing oplichten.
3. Controleer of er geen waarschuwingen of alarm-
meldingen zijn voordat de pomp wordt ingescha-
keld.
20
6. signaallampjes en hun functie
Aan de voorzijde heeft de IO 113 zeven signaallamp-
jes voor sensorstatus. Afbeelding 10 toont de locatie
van de lampjes op de IO 113, en de tabel legt hun
betekenis uit.
16
15
14
13
Afb. 24 Signaallampjes op de IO 113
6
7
8
9