Onderhoud
9.4 Onderhoud
9.4.2
Nasmering
Zie bij machines met nasmering de specificaties van de nasmeerintervallen, vethoeveelheid,
vetsoort en eventueel nog aanvullende gegevens het typeplaatje of het smeerplaatje
Vetsoorten voor standaardmotoren (IP55) UNIREX N3 - Fa. ESSO.
Opmerking
Het vermengen van verschillende vetsoorten is niet toegestaan.
Bij langere opslagtijd vermindert de vetgebruiksduur van het lager. Controleer bij opslag langer
dan 12 maanden de toestand van het vet. Indien door de controle ontoliën of vervuiling van
het vet wordt vastgesteld, moet voor de inbedrijfname direct worden nagesmeerd. Continu
gesmeerde lagering zie hoofdstuk Lagers (Pagina 58).
Procedure
Bij het nasmeren van de walslagers gaat u als volgt te werk:
1. Reinig de smeernippels aan de DE- en de NDE-zijde.
2. Pers het voorgeschreven vet in de voorgeschreven hoeveelheid in (conform typeplaatje).
– Houd de specificaties op het type- en smeerplaatje aan.
– Het nasmeren moet bij een draaiende machine (max. 3600 min-1) worden uitgevoerd.
De lagertemperatuur kan eerst beduidend stijgen. Na het verdringen van het overtollige vet
uit het lager zal de temperatuur weer naar de normale waarde dalen.
LET OP
Vervallen van de garantie en de bedrijfsveiligheid
Door mengen van vetsoorten kan materiële schade aan de machine ontstaan.
Bij het gebruik van andere vetsoorten dan UNIREX N3 of bij mengen komt de garantie resp.
de conformiteit met testnorm EN12101-3 te vervallen.
Gebruik voor het nasmeren uitsluitend UNIREX N3.
9.4.3
Reiniging
Reinigen van de smeerkanalen en de oudvetruimten
Het verbruikte vet verzamelt zich buiten het lager in de oudvetruimte van het buitenste
lagerdeksel. Verwijder het oude vet bij het vervangen van het lager.
Opmerking
Om het vet in het smeerkanaal te kunnen verversen, moet het lagerbinnenwerk worden
gedemonteerd.
56
Beknopte bedieningshandleiding, 03/2016, 56108000068019
Brandgasmotoren