2.3
Voorzorgsmaatregelen tegen beschadiging
•
In de montageinstructie wordt de juist wijze van mon-
tage beschreven. Lees deze instructies goed door.
•
Controleer de afstand tussen het kookoppervlak en
de afzuigkap. In de montageinstructie worden de mi-
nimale en maximale hoogte aangegeven.
•
Gebruik de afzuigkap nooit zonder de vet lters om
te voorkomen dat vuil en vet verder in de afzuigkap
terecht komen wat op den duur de werking en het
functioneren kan beïnvloeden.
•
Wanneer u aan het bakken, braden, grillen of frituren
bent, blijf er dan altijd bij. Oververhitte olie en vet kan
vlam vatten en de afzuigkap hierdoor beschadigen.
2.4
Luchttoevoer
Bij gebruik van de afzuigkap dient er in de ruimte altijd
een luchttoevoer aanwezig te zijn, waardoor verse lucht
kan toestromen. Het aanvoeren van verse lucht kan ge-
beuren door een raam te kantelen, een deur te openen
of door een toevoerrooster aan te brengen.
Hoe groot de keuken of de ruimte met open keuken ook
is, er kan slechts zoveel lucht uit de ruimte worden afge-
zogen als er wordt aangevoerd. Te weinig luchttoevoer
kan een rendementsverlies van 50% en meer veroorza-
ken.
NL 4
3. BEDIENING
3. BEDIENING
De bediening bevindt zich op de kantelbare klep.
Open de glazen klep door deze naar u toe te draaien.
1
Aan/uit toets
2
Snelheid verlagen
3
Sneldheid verhogen
4
Verlichting
5
Indicatie snelheid
6
Indicatie powerstand
3.1
Afzuiging
Motor in- en uitschakelen
Om de motor in te schakelen, drukt u op toets
De afzuigkap wordt altijd opgestart op de laatst
gebruikte functie (verlichting en/of motor).
Uitschakelen met naloopstand
Om de naloopstand in te stellen drukt u éénmaal op de
toets
. De eerste groene LED knippert, de andere
1
LED's branden op de laatste ingestelde stand. Na 10
minuten schakelen motor en verlichting automatisch uit.
.
1