Navigeren en selecteren in het setupprogramma
Omdat het setupprogramma geen Windows-hulpprogramma is, biedt het geen ondersteuning voor het
touchpad. In het setupprogramma kunt u navigeren en selecteren met het toetsenbord.
●
Gebruik de pijltoetsen om een menu of menuonderdeel te kiezen.
●
Gebruik de pijltoetsen of
schakelen, bijvoorbeeld het veld Enable/Disable (Inschakelen/Uitschakelen).
●
Druk op
●
Om een tekstvak te sluiten of terug te gaan naar de menuweergave, drukt u op esc.
●
Druk op
setupprogramma is geopend.
Systeeminformatie weergeven
In de volgende procedure wordt beschreven hoe u systeeminformatie weergeeft in het
setupprogramma. Als het setupprogramma nog niet is gestart, begint u bij stap 1. Als het
setupprogramma wel is gestart, begint u bij stap 2.
1.
Open het setupprogramma door de computer aan te zetten of opnieuw te starten en op
drukken wanneer het setupbericht "F10 = BIOS Setup Options" (F10 = BIOS-installatieopties)
linksonder op het scherm verschijnt.
2.
Selecteer het menu Main (Hoofdmenu). Er wordt systeeminformatie weergegeven, zoals de tijd
en datum van het systeem en identificatiegegevens van de computer.
3.
Als u het setupprogramma wilt afsluiten zonder de instellingen te wijzigen, selecteert u met de
pijltoetsen Exit (Afsluiten) > Exit Discarding Changes (Afsluiten en wijzigingen niet
opslaan). Druk daarna op enter.
Standaardinstellingen herstellen in het setupprogramma
In de volgende procedure wordt beschreven hoe u de standaardinstellingen van het setupprogramma
herstelt. Als het setupprogramma nog niet is gestart, begint u bij stap 1. Als het setupprogramma wel
is gestart, begint u bij stap 2.
1.
Open het setupprogramma door de computer aan te zetten of opnieuw te starten en op
drukken wanneer het setupbericht "F10 = BIOS Setup Options" (F10 = BIOS-installatieopties)
linksonder op het scherm verschijnt.
2.
Selecteer met de pijltoetsen Exit (Afsluiten) > Load Setup Defaults (Setup-standaardwaarden
laden) en druk op enter.
3.
Wanneer het bevestigingsbericht van het setupprogramma verschijnt, drukt u op enter.
4.
Als u uw wijziging wilt opslaan en het setupprogramma wilt afsluiten, selecteert u met de pijltoetsen
Exit (Afsluiten) > Exit Saving Changes (Afsluiten en wijzigingen opslaan). Druk daarna op
enter.
De standaardinstellingen van het setupprogramma zijn van kracht zodra de computer opnieuw is
opgestart.
OPMERKING:
standaardinstellingen herstelt.
f5
of
f6
enter
om een item te selecteren.
f1
om aanvullende informatie over navigeren en selecteren weer te geven terwijl het
De instellingen voor wachtwoorden, beveiliging en taal veranderen niet wanneer u de
om een item te kiezen in een lijst of om een veld in of uit te
Setupprogramma gebruiken
f10
te
f10
te
83