Ladderlift
Opstelling
Bij een te grote hoogte de rails als volgt
inschuiven:
38.
Beveiliging (1) naar de bediener toe
trekken.
39.
Hendel (2) twee seconden lang omhoog
drukken (uitschuiven).
40.
Hendel (2) meteen omlaag drukken,
totdat de noodzakelijke hoogte bereikt
is.
Bij een te geringe hoogte de rails als volgt
uitschuiven:
41.
Beveiliging (1) naar de bediener toe
trekken.
42.
Hendel (2) omhoog drukken, totdat de
noodzakelijke hoogte bereikt is.
43.
De geleidingskabel goed in het huis
resp. aan de dakgoot vastbinden,
rekening houdend met het doorbuigen
van de rails (tot 20 cm).
44.
De geleidingsrails iets van het gebouw
wegtrekken. Hiervoor aan de
beveiliging (1) trekken en vasthouden.
45.
Hendel (2) voorzichtig omhoog drukken.
De steunwielen moeten verder contact
met het gebouw houden.
ATTENTIE! Materiële schade!
Gevaar voor beschadiging van de onderste verlenging! De onderste verlenging
mag nooit vrijstaand uitgetrokken zijn.
Bij een uitgetrokken lengte van > 1 m moet de verlenging in het midden gesteund
worden.
98
Afb. 151: Rails uitschuiven
Afb. 152: Bedieningshendel hoekinstelling
304010003