Ladderlift
Veiligheid
Alle bedieningselementen moeten voor werkbegin door de bediener gecontroleerd worden.
Bij foutieve functies moet de lift onmiddellijk uitgeschakeld en beveiligd worden tegen
opnieuw inschakelen.
Pos : 2.27 /Kothes! Networ k/Boeker/Sicherheit/Verhalten bei Gefahrenfall Boec ker Sc hrägaufzug U SA @ 27\mod_1140887301877_100571.doc @ 109067
2.10 Gedrag bij gevaren en bij ongevallen
In geval van gevaar of bij ongevallen moet de lift onmiddellijk gestopt worden door op een
Noodstop toets te drukken.
Veiligheidsinrichtingen met NOODSTOP-functie mogen uitsluitend in geval van nood
geactiveerd worden.
Veiligheidsinrichtingen mogen niet worden gebruikt om de lift normaal stop te zetten.
Wees altijd voorbereid op een ongeval!
EHBO-inrichtingen en brandblussers binnen handbereik bewaren.
De bediener moet met de omgang en de standplaats van veiligheids- en EHBO-inrichtingen
en van de brandblusinrichting vertrouwd zijn. Hierdoor wordt ervoor gezorgd dat gevaren
vermeden worden en dat bij een ongeval de best mogelijke hulp verleend wordt.
Pos : 3.1 /F I/.......... Seitenumbr uch .......... @ 0\mod272_100571.doc @ 102228
27
304010003