7.9.2 Rangeeraandrijving bedienen
WAARSCHUWING! Verwondingsgevaar!
Als het hijstoestel over een voet rijdt, kan iemand vallen en dit kan persoonlijke
schade tot gevolg hebben!
Tijdens het rangeren steeds voldoende afstand tot de wielen aanhouden!
WAARSCHUWING! Verwondingsgevaar!
Als het hijstoestel uitzwenkt, kan dit ernstige persoonlijke of materiële schade
tot gevolg hebben.
–
Let bij het rangeren op personen en voorwerpen die zich in de buurt van het
hijstoestel bevinden!
–
Een minimum afstand van minstens 4 m t.o.v. omstanders en hindernissen
aanhouden.
Een bedieningshendel stuurt een
wielaandrijving aan. Daardoor is een draai
van 360° op de plaats mogelijk.
1.
Hendels (1) en (2) voor het aansturen
van de rangeeraandrijvingen licht
omhoog trekken.
2.
Hendels (1) en/of (2) voorzichtig in de
gewenste rijrichting bewegen.
•
Beide hendels naar voren: Vooruit
•
Beide hendels naar achteren: Achteruit
•
Hendels in verschillende richtingen:
Draaien en bochten maken
3.
Om te stoppen de hendels (1) en (2)
loslaten.
304010003
Afb. 207: Afstandsbediening
Ladderlift
Bediening
131