Onderhoud
bedieningsysteem
De standen van de rijhendels
afstellen.
De rechter rijhendel afstellen
Als de rijhendels niet horizontaal zijn uitgelijnd, moet u
de rechter rijhendel afstellen.
Opmerking: U moet de rijhendels eerst horizontaal
uitlijnen alvorens ze in de lengte uit te lijnen.
1. Schakel de aftakas uit, zet de rechter rijhendel in de
neutraalstand en stel de parkeerrem in werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te
verlaten.
3. Duw de rechter rijhendel omlaag uit de vergrendelde
neutraalstand (Figuur 42).
4. Controleer of deze horizontaal is uitgelijnd met de
linker rijhendel staat (Figuur 42).
Figuur 42
1. Linker rijhendel
2. Rechter rijhendel
vergrendelde
neutraalstand
5. Om de rechter rijhendel horizontaal uit te lijnen,
moet de nok worden afgesteld.
6. Verwijder de kap onder het bedieningspaneel.
7. Draai de moer op de bevestigingsbout van de nok
los (Figuur 43).
8. Stel de nok af totdat deze horizontaal is uitgelijnd
met de linker rijhendel, en de draai de moer en de
bout van de nok vast.
3. Horizontale uitlijning hier
controleren
4. Rechter rijhendel
1. Nok
2. Moer en bout
3. Vleugelmoer
9. Nadat de nok is afgesteld, moet de schakelaar van de
hendel worden gecontroleerd.
10. Controleer de afstand tussen de rijhendel en de
schakelaar zoals wordt getoond in Figuur 44. Deze
afstand moet 3 mm zijn.
11. Indien nodig moet u de bevestigingsschroeven
losdraaien en de schakelaar afstellen.
12. Draai de schroeven vast en monteer de kap onder
het bedieningspaneel.
36
Figuur 43
4. Spanmoer
5. Schroeven van schakelaar