Storingstekst in display, beschrijving
2966 B
Te snelle temperatuurverh. van de aanvoer-
temp. in ketelblok
2967
Temp.- verschil aanvoer-/ ketelblok-
temp.sensor te groot
2968
Cv-water wordt bijgevuld
2970
Te snel drukverlies in cv-installatie
2971 B
Bedrijfsdruk te laag
2972
Netspanning te laag
3071
Geen communicatie met afstandsbediening 1. Controleer de configuratie.
Tabel 23 Bedrijfs- en storingsmeldingen
11.1.3 Storingen, die niet worden getoond
Toestelstoringen
Te veel verbrandingsgeluid; bromgeluiden
Stromingsgeluiden
Opwarming duurt te lang.
Rookgaswaarden niet in orde; CO-gehalte te hoog.
Ontsteking te hard, te slecht.
Geen functie, het display blijft donker.
Tabel 24 Storingen zonder displayweergave
Storingsindicatie: bedrijfsdruk te laag
Wanneer de bedrijfsdruk in de cv-installatie to onder de minimale druk
afneemt, die is ingesteld, toont het display de melding LoPr => L0.X
bar. De bedrijfsdruk is te laag.
Condens 7000 WP – 6721841192 (2024/06)
Verhelpen
1. Cv-circulatie waarborgen.
2. Controleer de pompinstelling, eventueel op cv-installatie aanpassen.
3. Sluit de aansluitstekker van het gasblok correct aan.
4. Sluit de aansluitstekker van het gasblok correct aan.
5. Breng de temperatuursensor correct aan.
6. Controleer de temperatuursensor, eventueel vervangen.
7. Controleer de aansluitkabel naar de temperatuursensor, eventueel vervangen.
–
–
–
1. Ontlucht de cv-installatie.
2. Controleer de cv-installatie op dichtheid.
3. Vul water bij tot insteldruk is bereikt.
4. Controleer de druksensor, eventueel vervangen.
5. Controleer de kabel naar de druksensor, eventueel vervangen.
1. Realiseer een voedingsspanning van minimaal 196 VAC.
2. Vervang de branderautomaat.
2. Controleer de bekabeling.
Verhelpen
▶ Controleer de gassoort.
▶ Controleer de gasaansluitdruk.
▶ Controleer het rookgasafvoersysteem en reinig of repareer deze eventueel.
▶ Controleer de gas-luchtverhouding.
▶ Controleer en vervang eventueel het gasregelblok.
▶ Stel de pompcapaciteit of pompkarakteristieken correct in en pas deze aan op maxi-
maal vermogen.
▶ Stel de pompcapaciteit of pompkarakteristieken correct in en pas deze aan op maxi-
maal vermogen.
▶ Controleer de gassoort.
▶ Controleer de gasaansluitdruk.
▶ Controleer het rookgasafvoersysteem en reinig of repareer deze eventueel.
▶ Controleer de gas-luchtverhouding.
▶ Controleer en vervang eventueel het gasregelblok.
▶ Controleer de ontstekingstrafo met servicefunctie t01 op ontstekingsproblemen, even-
tueel vervangen.
▶ Controleer de gassoort.
▶ Controleer de gasaansluitdruk.
▶ Controleer de netaansluiting.
▶ Controleer en vervang eventueel de elektroden met kabel.
▶ Controleer het rookgasafvoersysteem en reinig of repareer deze eventueel.
▶ Controleer de gas-luchtverhouding.
▶ Bij aardgas: Controleer en vervang eventueel de externe gasdoorstroombewaking.
▶ Controleer en vervang eventueel de brander.
▶ Controleer en vervang eventueel het gasregelblok.
▶ Controleer de elektrische bedrading op beschadiging.
▶ Vervang defecte kabels.
▶ Controleer en vervang eventueel de zekering.
▶ Vul de cv-installatie.
Storingen verhelpen
49