Storingen verhelpen
Storingstekst in display, beschrijving
349
B
Verschil tussen aanvoer- en retour- tempe-
ratuur te groot
357
O
Ontluchtings- programma
358
O
Pomptestprogr. actief
360
V
Installatiestoring toestelelektr./ bedienings-
paneel
362
V
Cv-toestel- identificatie- module of toestele-
lektronica storing
363
V
Installatiestoring toestelelektr./ bedienings-
paneel
811
A
Warmwater- bereiding: thermische desin-
fectie mislukt
815
W
Temperatuursensor open verdeler defect
1010 O
Geen communicatie via BUS-verbinding
EMS
1013 W
Maximaal branduren bereikt
1017 W
Waterdruk te laag
1018 W
Onderhoudsinterval afgelopen
1019 W
Verkeerd type pomp herkend
1022 W
Boiler- temperatuursensor defect of con-
tactproblemen
1023
Maximale bedrijfs- duur inclusief stand-by-
tijd is bereikt
1025 W
Retour- temperatuursensor defect
1037 W
Buitentemperatuur- sensor defect - verv.be-
drijf cv actief
1065 W
Waterdruksensor defect of niet aangesloten 1. Sluit de aansluitstekker op de druksensor correct aan.
46
Verhelpen
1. Open de afsluitkranen
2. Bij te geringe waterdruk water bijvullen en installatie ontluchten.
3. Open een thermostaatkraan.
4. Vervang eventueel de aanvoer- of retoursensor.
5. Vervang eventueel de pomp.
–
–
1. Ketelidentificatiemodule/codeerstekker inbouwen.
2. Sluit de aansluitstekker op de ketelidentificatiemodule/codeerstekker aan.
3. Vervang de ketelidentificatiemodule/codeerstekker (Bosch neem contact op met de
servicedienst).
Vervang de ketelidentificatiemodule/codeerstekker (Bosch neem contact op met de ser-
vicedienst).
Vervang sturing/branderautomaat.
1. Voorkom een eventueel constante warmwaterafname.
2. Warmwatertemperatuursensor correct positioneren.
3. Controleer het contact van de boilertemperatuursensor met de boiler.
4. Ontlucht het boilercircuit.
5. Stel de warmwatervoorziening op "voorrang" in.
6. Controleer de warmtewisselaar op verkalking.
7. Controleer de dimensionering van de circulatieleiding en de warmteverliezen.
1. Controleer en corrigeer eventueel de hydraulische configuratie.
2. Controleer de sensor op kortsluiting of onderbreking en vervang deze eventueel.
1. Bedradingsfouten verhelpen en regelaar uit- en weer inschakelen.
2. Repareer of vervang de BUS-kabel.
3. Vervang defecte EMS-BUS-deelnemers.
1. Onderhoud uitvoeren.
2. Resetten servicedisplay.
1. Vul water bij en ontlucht de installatie.
2. Controleer de druksensor, eventueel vervangen.
1. Onderhoud uitvoeren.
2. Resetten servicedisplay.
1. Controleer de bekabeling van de pomp.
2. Controleer het correcte type van de cv-pomp in het toestel, eventueel vervangen.
1. Sluit de aansluitstekker van het gasblok correct aan.
2. Sluit de aansluitstekker van het gasblok correct aan.
3. Controleer de temperatuursensor, eventueel vervangen.
4. Controleer de aansluitkabel naar de temperatuursensor, eventueel vervangen.
1. Onderhoud uitvoeren.
2. Resetten servicedisplay.
1. Sluit de aansluitstekker op de retourtemperatuursensor correct aan.
2. Retourtemperatuursensor vervangen.
3. Vervang de aansluitkabel naar de aanvoertemperatuursensor.
4. Vervang de regelaar.
1. Wanneer geen buitentemperatuursensor is gewenst. Kies de configuratie kamertem-
peratuurgeregeld in de regelaar.
2. Los de storing op, wanneer geen doorgang aanwezig is.
3. Reinig gecorrodeerde aansluitklemmen in buitensensorhuis.
4. Vervang de sensor, wanneer de waarden niet overeenkomen.
5. Vervang de regelaar, wanneer de sensorwaarden kloppen, maar de sensorwaarden
niet overeenkomen.
2. Controleer de aansluitkabel naar de druksensor, eventueel vervangen.
3. Controleer de druksensor, eventueel vervangen.
Condens 7000 WP – 6721841192 (2024/06)