WAARSCHUWING
Onjuiste installatie of het wijzigen van de geaarde stekker
zal leiden tot het risico van elektrische schokken, brand
of ontploffingen, waarvan ernstig letsel of de dood het
gevolg kan zijn.
1.
De modellen voor 220–240 V wisselspanning hebben
een voeding van 50 Hz en 10 ampère nodig, vanuit een
geaard stopcontact. De modellen voor 100–120 V
wisselspanning hebben een voeding van 50/60 Hz en
15 ampère nodig, vanuit een geaard stopcontact. Zie
Afb. 2.
2.
Wijzig nooit de aardpen, en gebruik geen verloopstekker.
Storingen opsporen en verhelpen
Ontlast de druk; zie blz. 4.
DE MOTOR WERKT NIET
PROBLEEM
Problemen met de vloeistof-
druk.
Mechanische problemen.
Elektrische problemen.
Aarding
WAT TE CONTROLEREN
Als alles bij de controle OK is, ga dan naar het volgende
punt
1. Controleer de instelknop van de druk. De motor
werkt niet als de knop in de minimumstand staat
(helemaal tegen de klok in).
2. De spuittip of het vloeistoffilter is mogelijk verstopt.
1. Controleer de pomp (13) op bevroren of uitgeharde
verf.
2. Kijk de pen van de verbindingsstang van de
pomp (9a) na. Hij moet volledig in de verbindings-
stang (9) zijn gedrukt en de borgveer (9b) moet
stevig in de groef van de pen zitten. Zie Afb. 12.
3. De motor (1). Verwijder het drijfhuis (10). Zie blz. 17.
Probeer de waaier met de hand rond te draaien.
1. Motorbesturingskaart. De motorbesturing schakelt af
en laat een foutcode zien.
2. De elektrische voeding. De meter moet het volgende
aanwijzen:
210–255 V AC bij modellen voor 220–240 V AC.
85–130 V AC bij modellen voor 100–120 V AC.
3. Controleer de verlengkabel. Controleer met volt-
meter of er geen onderbreking in de kabel zit.
4. Controleer de voedingskabel (79) van het spuit-
toestel. Let op beschadigingen, zoals een kapotte
isolatiemantel of kapotte draden.
Geaarde stekker
Afgebeeld model is voor 240 V AC
Afb. 2
3.
120 V AC: Een drieaderig geaard verlengsnoer met
een lengte van max. 90 meter mag worden toegepast.
220–240 V AC: Een drieaderig geaard verlengsnoer
met draad van minimaal 1,0 mm en een lengte van
max. 90 meter mag worden toegepast. Door een lange
verlengkabel kunnen de prestaties van het spuittoestel
teruglopen.
WAT TE DOEN
Als iets bij de controle niet OK is, kijk dan in deze
kolom
1. Voer de druk langzaam op om te kijken of de
motor start.
2. Ontlast de druk en verwijder de verstopping
of reinig het filter; zie hiervoor de afzonderlijke
instructiehandleiding van pistool of tip.
1. Ontdooi het spuittoestel als water of verf op
waterbasis erin bevroren is, door het op een
warme plaats te zetten. Probeer niet het toestel
testarten als het nog niet volledig ontdooid is.
Als verf is uitgehard (opgedroogd) in het toestel,
dan moeten de pakkingen van de pomp worden
vervangen. Zie op blz. 19 (De verdringerpomp
vervangen).
2. Druk de pen op zijn plaats en zet hem vast
met de borgveer.
3. Vervang de motor (1) als de waaier niet rond-
draait. Zie blz. 18.
1. Zie Diagnostische tests van de motor-
besturingskaart op blz. 15.
2. Zet de stroomonderbreker weer goed of vervang
de zekering. Probeer een ander stopcontact.
3. Vervang de verlengkabel.
4. Vervang de voedingskabel.
Geaard
stopcontact
309056
5