Vervangen van de koolborstels
4.
Afb. 5. Duw de veerclip (A) in zodat de haak (B) vrijkomt
van de borstelhouder (C). Trek de veerclip (A) eruit.
5.
Afb. 5. Trek de borsteldraad (D) uit de klem (E).
Verwijder de borstel (F).
2
F
B
A
3
Afb. 5
6.
Inspecteer de collector en let op of er veel putten, brand-
plekken of groeven zijn. Een zwarte kleur op de collector
is normaal. Als de koolborstels te snel lijken te slijten
kunt u de collector door een motorreparatiewerkplaats
van een nieuw oppervlak laten voorzien.
Installeren van koolborstels
VOORZICHTIG
Wanneer u de koolborstels installeert, volg dan alle
stappen nauwgezet om te voorkomen dat u de onderdelen
beschadigt.
1.
Afb. 6. Plaats de nieuwe koolborstel (F), met daaraan de
aansluitdraad, in de borstelhouder (C).
2.
Afb. 5. Schuif de borsteldraad (D) in de aansluitklem (E).
3.
Afb. 6. Plaats de veerclip (A). Duw hem omlaag zodat
haak (B) in de borstelhouder (C) komt te zitten.
1
Motordraad; niet loshalen.
2
Minimaal 12,5 mm.
3
Zit in de borstelherstelset.
1
C
E
D
F
Afb. 6
4.
Herhaal voor de andere zijde.
5.
Test de koolborstels.
a.
Verwijder de pomp (13); zie De verdringerpomp
vervangen, blz. 19.
b.
Draai de schakelaar van de installatie op OFF, draai
de knop van de drukregeling helemaal linksom voor
de laagste druk. Steek de stekker van de installatie
03881
in het stopcontact.
c.
Schakel het spuittoestel in (ON-stand van de scha-
kelaar). Verhoog geleidelijk de druk totdat de motor
op volle snelheid komt.
Om het risico te verminderen dat de pakkingen van de
verdringerpomp beschadigen, de pomp nooit langer dan
30 seconden zonder vloeistof laten draaien bij het con-
troleren van de koolborstels.
6.
Installeer de inspectiekappen voor de borstels en de
pakkingen weer.
7.
Laat de koolborstels inlopen.
a.
Laat het spuittoestel een uur lang onbelast draaien.
b.
Installeer de pomp (13); zie De verdringerpomp
vervangen, blz. 19.
E
VOORZICHTIG
309056
1
B
C
03881
11