Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Wilo -CronoLine IL 250 Series Inbouw- En Bedieningsvoorschriften pagina 19

Inhoudsopgave

Advertenties

Voorbereiding/aanwijzingen
W2
PTC
U1
L1
Fig. 35: Y-Δ-start (standaard)
W2
U2
PTC
U1
V1
Fig. 36: Δ-schakeling
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-CronoLine IL 250...
U2
V2
V1
W1
L2
L3
V2
W1
• De elektrische aansluiting moet conform EN 50178, EN 60204-1/
IEC 60204-1, IEC 60364 via een vaste aansluitleiding plaatsvinden.
• Gebruik voor een goede druipwaterbescherming en trekontlasting
van de PG-draadaansluiting een aansluitleiding met juiste buitendia-
meter. Door correct positioneren van de PG-draadaansluiting of door
correct leggen van de kabel moet worden gewaarborgd dat er geen
druipwater in de klemmenkast kan lopen.
• Bij toepassing van de pompen in installaties met watertemperaturen
boven 90°C moet een overeenkomstig warmtebestendige aansluit-
leiding worden gebruikt.
• Leg de aansluitleiding zodanig dat er in geen geval contact gemaakt
wordt met de leiding en/of het pomp- en motorhuis.
• Stroomtype en spanning van de netaansluiting controleren.
• Gegevens op het typeplaatje van de pomp in acht nemen. Het
stroomtype en de spanning van de netaansluiting dienen overeen te
komen met de gegevens op het typeplaatje.
• Netzijdige zekering: afhankelijk van de nominale motorstroom.
• Aarding in acht nemen.
• Het aansluitschema voor de elektrische aansluiting bevindt zich in de
klemmenkast (zie ook fig. 35/36).
• De motor moet tegen overbelasting door een motorbeveiligingsscha-
kelaar of door het uitschakelapparaat worden beveiligd. De montage
van een motorbeveiligingsschakelaar wordt aanbevolen.
Instelling van de motorbeveiligingsschakelaar:
• Y-Δ-start: Als de motorbeveiligingsschakelaar in de toevoerleiding
naar de Y-∆-relaiscombinatie is geschakeld, vindt de instelling plaats
zoals bij de directe start (instelling op nominale motorstroom over-
eenkomstig de gegevens op het motortypeplaatje ).
Als de motorbeveiligingsschakelaar in een streng van de motortoe-
voerleiding (U1/V1/W1 of U2/V2/W2) is geschakeld, moet de motor-
beveiligingsschakelaar op de waarde 0,58 x nominale motorstroom
worden ingesteld.
• In de speciale uitvoering is de motor voorzien van PTC-voelers. Sluit
de PTC-voelers op het uitschakelapparaat aan.
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Gevaar voor beschadiging door ondeskundige hantering.
• Op de klemmen mag slechts een max. spanning van 7,5 V DC wor-
den gezet. Een hogere spanning vernielt de PTC-voelers.
De netaansluiting op het klemmenbord is afhankelijk van het nomi-
nale vermogen PN, van de netspanning en van het inschakeltype.
Vereiste schakeling van de verbindingsbruggen in de klemmen-
kast:
Inschakeltype
Y-Δ-start
(standaard)
Start via
softstarter
• Neem bij aansluiting van automatisch werkende schakeltoestellen de
overeenkomstige inbouw- en bedieningsvoorschriften in acht.
• Bij draaistroommotoren met Y-Δ-schakeling ervoor zorgen dat de
omschakelpunten tussen ster en driehoek zeer kort op elkaar volgen.
Langere omschakeltijden kunnen de pomp beschadigen.
Nederlands
Netspanning 3~400 V
Verbindingsbruggen
verwijderen (afb. 35)
Δ-schakeling (afb. 36)
79

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave