INSTALLATIE
Als de tank zich beneden de generatorset bevindt,
adviseren wij om de retourleiding op de bodem van
de tank, onder het niveau van de aanvoerleiding, te
laten uitkomen (A). Dit voorkomt dat bij stilstaande
motor de brandstofleidingen leeglopen en via de
retourleiding lucht in het systeem gezogen wordt.
Ook hier is alleen een afsluiter in de aanvoerleiding
nodig (zie afbeelding 3).
Voor de aanvoer en terugvoer van diesel dienen een
aparte aanvoerleiding en een retourleiding van 8 mm.
uitwendige diameter en gemaakt van geschikte mate-
riaal naar de brandstoftank te worden aangelegd.
Om problemen te voorkomen moeten brandstofleidin-
gen van verschillende gebruikers niet worden gecom-
bineerd.
Gebruik dient te worden gemaakt van geschikte kop-
pelingen en verbindingen. Ter voorkoming van over-
dracht van trillingen en geluid naar het leidingsysteem
is de generatorset standaard uitgerust met flexibele
leidingen en voorzien van 8 mm. aansluitingen ten
behoeve van knelkoppelingen. De door ons gebruikte
brandstofslang is conform ISO 7840 A2 en voldoet
aan de CE richtlijn pleziervaartuigen.
De kwaliteit van brandstofleidingen en koppelingen
wordt bepaald door voorschriften die afhankelijk van
de toepassing en de regelgeving in het land van ge-
bruik kunnen verschillen.
6
1
Retour;
2
Aanvoer;
3
Voorfilter/ waterscheider (optie);
4
Extra opvoerpomp (optie);
5
Brandstoftank;
4 BRANDSTOFFILTERS
Met de generator wordt een fijn filter meegeleverd.
Een grof filter en waterafscheider wordt aanbevolen
om de kwaliteit van de aangevoerde brandstof te ver-
beteren.
Voordat de generatorset voor de eerste keer gestart
wordt zal het brandstofsysteem in den regel ontlucht
moeten worden. Zie hiervoor de aanwijzingen in de
gebruikershandleiding.
September 2004 / WHISPER 8 / 10 / 12 / 16 ULTRA / NL
Afb. 3.