INSTALLATIE
Deze zwanenhals bestaat uit een bocht in de slang
en komt tot minstens 60 cm. boven de waterlijn en is
bij voorkeur midscheeps gesitueerd. Na de zwanen-
hals loopt de slang naar de uitlaatdoorvoer. Een extra
demper kan zo ver mogelijk aan het einde van de
leiding worden gemonteerd.
Het totale uitlaatsysteem van de generator tot de
bovenkant van de zwanenhals/water/gasscheider,
mag niet langer zijn dan 3 meter, om te voorkomen
dat een tegendruk van meer dan 0,7 bar (70 cm.
waterdruk = 1psi) in het uitlaatsysteem wordt
opgebouwd. (zie ook paragraaf 5.4.3 van de
gebruikershandleiding)
51 mm
Afb. 8.
2 "SUPER SILENT" UITLAAT SYSTEEM
Mastervolt adviseert zo dicht mogelijk na de uitlaat-
demper/waterslot een uitlaatgas/waterscheider in het
uitlaatsysteem op te nemen (zie afb. 8). Deze schei-
der zorgt voor een gescheiden afvoer van uitlaatgas
Fig. 8a.
10
en koelwater, een lage tegendruk in het uitlaatsys-
teem en voorkomt dat bij stilstaande motor buiten-
water het koelsysteem in kan stromen. Vanwege de
gescheiden afvoer van koelwater en uitlaatgas kan
het uitlaatgas boven, en het koelwater onder de wa-
terlijn wordt afgevoerd. Toepassen van de uitlaatgas/
waterscheider heeft twee voordelen: de geluidspro-
ductie buiten het schip wordt zo tot een minimum
beperkt en de totale lengte van de uitlaatslang na de
scheider is minder kritisch. Na de scheider mag de
slang tot 7,5 m. lang zijn. Langer dan 7,5 m is
mogelijk wanneer men de diameter van de slang
vanaf de waterscheider vergroot tot 63 mm. Echter
de slang moet wel naar beneden aflopen. Wanneer
men weer omhoog gaat verzamelt zich water in de
bocht en dit veroorzaakt verhoogde uitlaattegendruk.
(afb 8a)
51 mm
waterlijn
max.10 mm
September 2004 / WHISPER 8 / 10 / 12 / 16 ULTRA / NL