BEDIENING
BEDIENINGSPANEEL
1
2
1
0
2
7
3
6
4
5
1
0
7
6
5
INSCHAKELEN
1. Steek dan de stekker in het stopcontact.
2. Draai de thermostaatknop naar de volgeladen
positie en wacht 24 uur voordat u voedsel in de
koelkast plaatst, zodat de correcte temperatuur
kan worden bereikt. Het stroomlampje licht op.
3. Pas de temperatuurknop aan volgens de
hoeveelheid opgeslagen voeding.
UITSCHAKELEN
Draai de thermostaatknop naar de stand "0".
TEMPERATUURREGELING
De temperatuur in het apparaat wordt geregeld
door de thermostaatknop op het bedieningspaneel.
Ga als volgt te werk om het apparaat in werking te
stellen:
•
draai de thermostaatknop naar rechts om de
temperatuur in het apparaat te verlagen.
•
draai de thermostaatknop naar links om de
temperatuur in het apparaat te verhogen.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
6
3
2
A
B
3
4
C
Temperatuurknop
1
Stroomaanduidinglampje
2
Alarmlampje hoge temperatuur
3
A. Temperatuurknop
B. Halfgeladen positie
C. Volgeladen positie
Bij het invriezen van kleinere volumes voeding is de
positie Halfgeladen de meest geschikte. Bij het
invriezen van grote hoeveelheden voeding is de
positie Volgeladen de meest geschikte (raadpleeg
"Inschakelen").
De exacte instelling moet echter worden gekozen
rekening houdend met het feit dat de temperatuur
in het apparaat afhankelijk is van:
•
de kamertemperatuur
•
hoe vaak het deksel wordt geopend
•
de hoeveelheid voedsel die wordt bewaard
•
de plaats van het apparaat.
ALARM BIJ HOGE TEMPERATUUR
Een toename van de temperatuur in de vriezer
(bijvoorbeeld door stroomuitval) wordt aangegeven
door .
Leg tijdens de alarmfase geen voedsel in de vriezer.
Als de normale omstandigheden hersteld worden
gaat het alarmlampje automatisch uit.