NL
5. Inbedrijfstelling
5.1 Batterij
1. Li-polymeerbatterij vóór het eerste gebruik volledig opladen met behulp van de lader.
2. Na het inschakelen wordt het laadniveau van de li-polymeerbatterij op het display weergegeven.
3. Laad de batterij op als nog slechts één balkje zichtbaar is. De batterij levert afhankelijk van de
omgevingsvoorwaarden nog ongeveer 1 uur stroom. Als het batterijsymbool begint te knipperen, moet
rekening worden gehouden met een resterende bedrijfstijd van 30 minuten.
4. De li-polymeerbatterij is na drie uur volledig opgeladen.
5,1 riemtasje
Voor het transport van de CITO kan deze worden opgeborgen in het riemtasje. Voor de meting moet de
CITO uit de tas verwijderd worden.
12