EEN KLASSIEKE AEROBICS TRAINING
1. De sleutel volledig in het bedieningspaneel ste-
ken.
Raadpleeg HOE DE STROOM IN TE SHAKELEN
op pagina 14.
2. Selecteer een klassieke aerobics training.
Voor het se-
lecteren van
een klassieke
aerobics trai-
ning, drukt u
herhaaldelijk
op de Classic
Aerobic Workout knop tot de gewenste training op
het scherm verschijnt.
Wanneer een klassieke aerobics training is gese-
lecteerd, toont het linkerscherm de tijdsduur en de
instellingen voor maximum snelheid en maximum
helling. Het rechterscherm toont de naam van de
training en het profiel van de snelheidsinstellingen
van de training.
3. Druk op de Snelstarten [Quick Start] knop om
de training te beginnen.
Zodra u de Snelstarten knop indrukt, worden snel-
heid en helling automatisch aangepast volgens de
instellingen van de training. Houd de handleunin-
gen vast en begin te stappen.
Nadat de loopband in beweging is gezet, wordt op
het rechterscherm gevraagd of de training toege-
voegd moet worden aan uw maandelijkse doel.
Om hem toe te voegen, druk op YES (Ja) in het
scherm. Selecteer dan gebruiker 1 [USER 1] of ge-
bruiker 2 [USER 2] op dezelfde manier en de trai-
ning zal doorgaan. Als u NO (Nee) selecteert, be-
gint de training meteen. Opmerking: Het bediening-
spaneel kan de trainingsgeschiedenis bijhouden voor
twee verschillende gebruikers. Zodra u hebt bepaald
welke gebruiker u bent, selecteer die gebruiker dan
elke keer als u de loopband gebruikt. Nadat u gebrui-
ker 1 of 2 hebt geselecteerd, wordt uw gebruikers-
nummer bewaard in het geheugen voor het restant
van de trainingssessie.
Alle workout zijn onderverdeeld in segmenten van
één minuut. Ieder segment heeft één instelling
voor de helling en voor de snelheid. Opmerking:
Dezelfde snelheid en/of helling instelling(en)
kan/kunnen voor opeenvolgende segmenten wor-
den geprogrammeerd.
Het profiel zal tijdens het
workout uw vordering
aangeven. Het flikkerende
segment van het profiel
geeft het huidige segment
van het workout aan. De hoogte van het flikkerende
segment geeft de snelheid instelling van het huidige
segment aan. Aan het eind van elk onderdeel hoort
u een aantal geluidssignalen en de nieuwe instel-
lingen voor snelheid en helling en het volgende on-
derdeel van het profiel zullen knipperen op het
scherm. De training gaat zo door tot het laatste on-
derdeel van het profiel in het rechterscherm knip-
pert en het laatste onderdeel beëindigd is.
De training gaat zo door tot het laatste onderdeel
van het profiel in het rechterscherm knippert en het
laatste onderdeel beëindigd is. De loopband zal dan
langzaam tot stilstand komen.
Als op enig moment tijdens de oefening de instel-
ling voor snelheid of helling te hoog of te laag is,
kunt u die handmatig bijstellen door het indrukken
van de snelheids- of hellingknoppen; wanneer het
volgende onderdeel van de training begint, zal
de loopband echter automatisch de snelheid en
helling instellen voor het volgende onderdeel.
De training kan op elk moment onderbroken wor-
den door op de Stop knop te drukken. Ga weer
verder met de training door het indrukken van de
Snelstarten knop of de knop voor snelheid verho-
gen. Begint de loopband te bewegen met een snel-
heid van 2 km/u. De loopband zal wanneer het vol-
gend segment van het workout start automatisch
de snelheid en de helling van het volgende seg-
ment instellen.
4. Selecteer een displayweergave en volg uw vor-
deringen op de display.
Zie stap 5 op pagina 15.
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 16.
6. Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 7 op pagina 16.
7. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 8 op pagina 18.
19
Huidig Segment