Zodra de loopband
draait, wordt in het lin-
kerscherm gevraagd of
u de training wilt toevoe-
gen aan uw maande-
lijkse uitdaging. Druk op
de knop onder het
woord YES (Ja), om de training toe te voegen.
Selecteer dan gebruiker 1 [USER 1] of gebruiker 2
[USER 2] op dezelfde manier en de training zal be-
ginnen. Als u NO (Nee) selecteert, zal de training
direct beginnen. Opmerking: Via het bedieningspa-
neel kan het trainingsverleden van twee verschil-
lende personen worden bijgehouden. Zodra u be-
paald hebt welke gebruiker u bent, moet u die ge-
bruiker steeds selecteren als u de loopband ge-
bruikt. Na gebruiker 1 of 2 geselecteerd te hebben,
wordt uw gebruikersnummer in het geheugen be-
waard voor het restant van de trainingssessie.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets
[STOP]. Om de loopband opnieuw te starten, druk
op Snelstarten, Versnellingstoets, of een van de
genummerde snelheidsknoppen.
4. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Om de helling van de loopband aan te passen, ge-
bruik helling vergroten [INCLINE] helling vergroten
en verkleinen of een van de hellingtoetsen genum-
merd 0 tot 12. Elke druk op de knop vergroot of
verkleint de helling met 0.5%. Door een van de ge-
nummerde helling toetsen in te drukken, zal de
loopband zich aanpassen aan de geselecteerde
helling. Opmerking: Nadat u op de toetsen heeft
gedrukt kan het even duren voor de loopband de
gekozen hellingstand bereikt.
5. Selecteer een displayweergave en volg uw vor-
deringen op de display.
Indien de handmatige functie is geselecteerd, krijgt
u verschillende mogelijkheden te zien. Naargelang
van de displayweergave zal er verschillende infor-
matie over de oefensessie worden weergegeven.
Druk herhaaldelijk op de [DISPLAY]-toets om de
gewenste displayweergave te kiezen.
De display zal de volgende informatie tonen als u
op de loopband loopt of rent:
• De verlopen tijd [TIME].
• De afstand [DISTANCE] die u hebt gewandeld of
gelopen.
• De snelheid [SPEED] van de loopband.
• Het hellingsniveau [INCLINE] van de loopband.
• Het aantal calorieën [CALORIES] dat u bij bena-
dering hebt verbrand.
• De datum.
• Uw hartslag. Opmerking: Uw hartslag kan slechts
worden weergegeven als u de handsensoren vast-
houdt (zie stap 6 op pagina 16) of de optionele
hartslagsensor of borstriem (zie bladzijde 22).
Druk op de Stop-toets, haal de sleutel uit het be-
dieningspaneel en steek de sleutel weer in om de
displays opnieuw in te stellen (te resetten).
15