8
AAN DE SLAG
NE
Aanduidingen op het LCD-scherm
Tijdens het opnemen bewegende en stilstaande
beelden
A
Indicator stand Handmatig (
B
Indicator stand Tele/Macro (
C
Zoom-verhouding (bij benadering) (
D
Indicator Zoom-stand (
E
Indicator Iris-vergrendeling (verschijnt wanneer de iris
vergrendeld is. Raadpleeg de uitgebreide
bedieningshandleiding.
F
Sluitersnelheid (
blz. 31)
G
Indicator Helderheidsregeling (
H
Indicator batterijconditie
I
Datum/Tijd (
blz. 27)
J
Indicator geselecteerd medium (
K
Indicator aanpassing handmatige scherpstelling
(
blz. 31)
L
Indicator geselecteerde effectstand (
M
Indicator stand Programma AE (
N
Indicator witbalans (
o ±: Indicator Belichtingsaanpassing (
: Indicator Tegenlichtcompensatie (verschijnt
wanneer tegenlichtcompensatie is ingeschakeld.
Raadpleeg de uitgebreide bedieningshandleiding.
blz. 32)
: Indicator Spotbelichtingsregeling (verschijnt
wanneer spotbelichtingsregeling is ingeschakeld.
Raadpleeg de uitgebreide bedieningshandleiding.
blz. 32)
blz. 19)
blz. 28)
blz. 20, 28)
blz. 20, 28)
blz. 32)
blz. 27)
blz. 17, 27)
blz. 31)
blz. 31)
blz. 31)
blz. 31)
Alleen tijdens het maken van video-opnamen
A
Indicator camerastand (
B
Indicator groothoekstand (
C
Indicator Beperking Windgeruis (
D
Afbeeldingskwaliteit: [U] (ultrafijn), [F] (fijn), [N]
(normaal), [E] (zuinig) (
E
Resterende tijd (
blz. 20, 42)
F
Teller (
blz. 27)
G
7REC: (verschijnt tijdens het maken van opnamen.)
(
blz. 20)
79: (verschijnt in de stand opname-standby.)
(
blz. 20)
H
Digital Image Stabilizer (DIS) (
blz. 19)
blz. 28)
blz. 28)
blz. 28)
blz. 28)