A2+/A4+/A6+/A8+
Installatie
3.3
Etikettenprinter aansluiten
Afb. 2:
Net- en computeraansluitingen
3.3.1
Op het stroomnet aansluiten
De printer is uitgerust met een grootbereiknetelement. Het gebruik met een netspanning van 230 V~/50
Hz of 115 V~/60 Hz is zonder ingreep aan het toestel mogelijk.
ATTENTIE!
⇒ Voor de netaansluiting de netschakelaar (1) op "O" zetten.
1. Netsnoer in de voedingsaansluiting (2) steken.
2. Stekker van het netsnoer in geaard stopcontact steken.
3.3.2
Op computer of computernetwerk aansluiten
Door ontoereikende of ontbrekende aarding kunnen storingen in het gebruik optreden.
Let erop dat alle op de etikettenprinter aangesloten computers alsook de verbindingskabels geaard zijn.
⇒ Etikettenprinter met computer of netwerk met een geschikte kabel verbinden.
Details over de configuratie van de verschillende interfaces vindt u in de "Configuratiehandleiding".
3.4
Etikettenprinter in- en uitschakelen
Als alle aansluitingen tot stand gebracht zijn:
⇒ Printer aan de netschakelaar (1) inschakelen.
De printer voert een systeemtest uit en geeft daarna op het display de systeemtoestand gereed aan.
Als tijdens de systeemstart een fout opgetreden is, wordt het symbool
6
1
2
1
3
4
2
5
3
6
7
8
4
5
6
7
8
Korte gebruiksaanwijzing
Netschakelaar
Voedingsaansluiting
Sleuf voor cardbus of pc-card type II
Sleuf voor CompactFlash-geheugenkaart
Ethernet 10/100 Base-T
USB-interface voor toetsenbord of scanner
USB High Speed Slave-interface
Seriële RS232 C-interface
en het soort fout weergegeven.
Uitgave 5/06