2. Verzamel >0,1 mL veneus bloed in een injectiespuit van 1,0mL.
3. Gooi de eerste vier druppels verzameld bloed weg. Breng vervolgens
onmiddellijk één druppel bloed (minstens 10 μL) rechtstreeks op de
strip aan voor testen.
OPMERKINGEN:
Laat niet meer dan 30 seconden verstrijken na venapunctie voor het toevoegen
van het bloedmonster.
8.7 Een test uitvoeren
(4-7)
Nadat het monster correct is
toegevoegd, zal het systeem
automatisch de test starten en de
voortgang van de test weergeven
(Figuur 4-7). Voer geen andere
bewerkingen uit tijdens de test.
33
NL