2). Masseer de vinger meerdere malen met een neerwaartse
beweging alvorens de vingerprik uit te voeren.
3). Breng de hand omlaag tot onder het hart bij het afnemen van de
bloeddruppel.
5. Pas zachte, continue druk toe totdat een grote, hangende
druppel bloed wordt gevormd.
6. Voeg bloedmonster toe. Breng het bloed direct op de
monsteropening van de strip aan. Het minimale monstervolume
is 10 µL.
8.6.2 Verzamel verse veneuze volbloedmonsters
1. Reinig de venapunctielocatie met alcohol en laat het volledig aan de
lucht drogen.
2. Identificeer een locatie op de vinger om te
prikken
1). Op een van de middelvingers van een hand.
2). Nabij de top van de vinger aan een van
beide zijden.
3). Weg van enige eeltplekken of littekens.
3. Reinig het geselecteerde gebied met 70%
isopropylalcohol of een alcohol-pad. Droog
grondig met watje of gaasje.
4. Prik in de vinger waarbij u de instructies
opvolgt voor de lancetnaald die u gebruikt.
32
NL