onder de boiler verplicht. Een op de riolering aangesloten afvoer
is noodzakelijk.
10/ Dit product is bedoeld voor gebruik tot op een maximale
hoogte van 3000 m.
11/ Installeer op een vorstvrije plaats een nieuwe veiligheidsgroep
(of een andere drukbegrenzer) van 1/2 inch en een druk van 0,7
MPa (7 bar) op de inlaat van de boiler. Deze veiligheidsgroep moet
voldoen aan de geldende plaatselijke normen.
12/ De aftapinrichting van de veiligheidsgroep moet periodiek
geactiveerd worden (ten minste eens per maand). Hierdoor kan de
eventuele afzetting van ketelsteen worden afgevoerd en
gecontroleerd worden of er geen verstopping is.
13/ Een drukbegrenzer (niet meegeleverd) is noodzakelijk indien
de toevoerdruk hoger is dan 0,5 MPa (5 bar). Deze begrenzer
moet op de hoofdtoevoer worden geïnstalleerd.
14/ Sluit de veiligheidsgroep aan op een afvoerslang, met toegang
tot de open lucht, in een vorstvrije omgeving, met een continue
neerwaartse helling, voor de afvoer van water bij uitzetting tijdens
het opwarmen of bij het aftappen van de boiler.
15/ De gebruikte leidingen moeten bestand zijn tegen
temperaturen van 100 °C en een druk van 1 MPa (10 bar).
16/ Wanneer VPE-leidingen worden gebruikt, wordt sterk
geadviseerd een thermostatische regelaar te plaatsen bij de uitlaat
van de boiler. Deze moet worden ingesteld overeenkomstig de
eigenschappen van het gebruikte materiaal.
17/ Aftappen: schakel de elektrische voeding uit en draai de
koudwatertoevoer dicht. Draai de warmwaterkranen open en
bedien vervolgens de aftapklep van de veiligheidsgroep.
OPMERKING: bij boilers die onder een wasbak zijn geïnstalleerd
moet de wateraansluiting worden losgekoppeld en omgedraaid
om het water af te tappen.
18/ Controleer altijd eerst of de stroom is afgesloten voordat het
deksel wordt verwijderd om het risico op letsels of elektrocutie te
voorkomen.
19/ De installatie moet vóór het toestel worden uitgerust met een
alpolige
verbrekingsinrichting
(stroomonderbreker,
zekering)
2