Ingebruikname
Vul de aanzuigslang met water.
Sluit de aanzuigslang op de zuigaansluiting/
wateringang aan
6
Vervolgens dient u het pomphuis volledig te vul-
len met water via de ingebouwde filter
vervolgens weer af te sluiten. Gebruik de mee-
geleverde sleutel
11
openen en te sluiten.
Schroef de meegeleverde uitlaatadapter
de uitlaat
die zich boven aan de pompbe-
4
huizing bevindt.
Sluit de drukslang aan op de uitlaatadapter
Sluit het netsnoer
7
contact van 230 V 50 Hz, afgezekerd op mini-
maal 10 A.
Indien nu zowel het pomphuis als de slang ge-
vuld zijn met water kunt u door middel van de
AAN/UIT-schakelaar
Het verklikkerlampje in de schakelaar licht op
wanneer de motor is ingeschakeld.
De pomp begint nu onmiddellijk water te pom-
pen. De druktank wordt eerst gevuld en het duurt
enkele seconden voordat er water uit de aange-
sloten slang of aangesloten leiding (huishoude-
lijk, waterkraan) komt.
Voorbereiden – eerste gebruik
Wanneer de pomp werkt, moet de waterafvoer
(bijvoorbeeld een kraan of een sproeier) zijn
geopend om de lucht uit de slang te laten ont-
snappen. Blijft de wateruitlaat vijf minuten of
langer gesloten, dan kan dit leiden tot overver-
hitting en beschadiging van de pomp.
Als de waterdruk in de tank ongeveer 3 bar be-
reikt, zal de pomp automatisch uitgeschakeld
worden door de pressostaat en blijft er water in
het pomphuis en de slang/leiding staan, waar-
door bij een volgend inschakelen de pomp direct
water pompt.
LET OP!
Als er geen terugslagklep gemonteerd is of als de
afdichting tussen klep en slang onvoldoende is (slang-
klem!) kan het geheel weer leeglopen en moet weer
opnieuw gevuld worden om de pomp naar behoren
te laten werken.
22 NL/BE
.
, en
5
om het filterdeksel
te
5
op
12
12
aan op een geaard stop-
de pomp inschakelen.
1
Reiniging en onderhoud
altijd los van de voeding als u de pomp gaat schoon-
maken of onderhoudswerkzaamheden gaat uitvoeren.
Reiniging
Onder normale omstandigheden behoeft de
pomp geen onderhoud.
De pomp mag echter niet buiten staan als het
regent. Ook mag de pomp niet worden opge-
.
steld in een omgeving die vochtig of vuil is of
waar het vriest.
Voorkom bevriezing, onnodig draaien van de
motor en blokkades door verontreinigd water.
Gebruik nooit oplosmiddelen zoals benzine,
alcohol, ammoniawater, etc. Deze oplosmidde-
len kunnen de plastic onderdelen beschadigen.
Onderhoud
Onderhoud regelmatig uw pomp en houd
de luchtdruk in het drukvat op 1,5–1,8 bar
(zie paragraaf "Tegendruk in de tank").
Wanneer de pomp geblokkeerd raakt, sluit de
drukleiding dan aan op de waterleiding en
verwijder de inlaatslang. Zet de waterleiding
open en schakel de pomp verschillende malen
in gedurende telkens ong. 2 seconden. De meeste
blokkades kunnen op deze manier verwijderd
worden.
Wanneer de pomp defect gaat, mag het nodige
herstelwerk enkel door een elektricien uitgevoerd
worden.
Gebruik enkel originele vervangonderdelen.
Als het netsnoer beschadigd is, moet het worden
vervangen door de fabrikant, zijn serviceverte-
genwoordiger of gelijkaardig gekwalificeerde
personen om gevaar te voorkomen.
Opslag
Bij gevaar voor vorst moet de pomp volledig
leeggemaakt worden.
Koppel de waterpomp